FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   >>   >|  
t alsof zij in een kamer stonden. Het was hier als een heiligdommeken, gevuld met jongen houtsapreuk. Voor hen liep de Nethe, lagen de velden en weiden, en stond fijn geel geworden de maan, in een blauw-grijs groeiende lucht. Het was er zoet, en hunne hoofden kwamen bij malkaar, en hunne armen steunden op de bemoste brugleuning. Een kort windeke ritselde over de Nethe, nevens 't riet af, en 't regende ineens maan op 't water, maanblaaskensregen. De wind liep er schuins mee verder, en dan stond wederom, kinderlijk-zuiver als de ziel van een heilige, de manerondte roerloos op het watervlak. Een uil wiekte laag erover en verschool zich in het oeverriet. Ze stonden in deze donkere takkenklok als verwijderd van de maanbeschenen wereld, en heel hun hert en ziel zwol in deze stille vereenzaming. Pallieter omprangde haar vaster, en kuste haar zonder ophouden, op de malsche kaken, op den natten mond, de toee oogen, dat zij er hals en lijf van rok. Zij was als weggesmolten in zijn hartstocht, en liet zich hangen zonder wil in zijn sterke armen. Door de takkengordijn stak de maan heur onvatbare klaarte, en lei bleeke strepen op heur lijf en aangezicht. Pallieter bezag haar zoo.--"Nen droom!" zei hij bewonderend binnensmonds, en zijn lippen gleden over heur haar en heur gelaat, hij had haar kunnen breken, en gelijk deze blarenkoepel zijn holte van de wereld afsloot, en alleen belevendigd was met de ziel van den ouden boom, zoo was Pallieter nog maar enkel levend omdat hij daar op den grond stond, maar bleef toe voor al de herinneringen van vroeger en de gedachten van morgen en de andere dagen. Ze zeiden geen woord. En de natte kussen lispelden stil en lang onder den koepelvormigen boom. Zij opende ineens hare groote, schoone oogen, en zag hem lui en groot-gelukkig aan, ze bezag hem lang, en dan, zonder een woord gezegd te hebben, gingen heur oogen voldaan weer langzaam toe. Die blik ontroerde Pallieter diep, zoodat hij 't water ervan in de oogen kreeg en een rillingsken over zijn lijf. En weer ging zijn mond op haar mond, heur hoofd op zijn schouder en heur armen rond zijn nek. Hij, tegen het bruggesken geleund, hief haar op van den grond en droeg haar in zijn armen lijk een moeder heur kind. En daar buiten over de nevel-blauwe landen groeide de maannacht witter en ijler steeds, alsof het een droom ging worden van een kind. Reuk van water, hooi en vlier hing maar voor 't scheppen allerwegen en in het dichtbije geboo
PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   >>   >|  



Top keywords:

Pallieter

 

zonder

 
wereld
 

ineens

 
stonden
 

kussen

 

gelijk

 
koepelvormigen
 

opende

 

breken


afsloot

 

blarenkoepel

 

lispelden

 
gedachten
 

levend

 

vroeger

 
herinneringen
 

zeiden

 

belevendigd

 

morgen


andere
 

alleen

 
voldaan
 
buiten
 

blauwe

 
landen
 

groeide

 

moeder

 

bruggesken

 

geleund


maannacht

 

witter

 

scheppen

 
allerwegen
 

dichtbije

 

steeds

 

worden

 

gezegd

 

hebben

 

gingen


gelukkig

 

schoone

 
kunnen
 

langzaam

 

rillingsken

 

schouder

 

zoodat

 

ontroerde

 

groote

 
hangen