FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122  
123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  
igheid het toeliet! Maar de ballen waren haar te rap en klets, klets, een van achteren op den kop, twee, drie tegen haar dikke beenen en op haren rug, en toen ze binnen liep sterde er nog een wit op open op haar breed achterste. Op het luid en smakelijk lachen van Pallieter en Marieken kwam ze terug buiten en riep vol toorn: "Zijde nie beschomd, ma zoe doen te verschiete! Ame, Ame ...man hert klopt lak 'n klok!...." Ruw sloeg ze de deur toe. Toen begonnen ze naar malkander sneeuwballen te werpen. Ze vlogen over end' weer, de ballen; ze sisten door de lucht, botsten tegeneen, braken tegen de boomen, tot er ten leste een in de ruiten vloog en het gebroken glas in het huis deed rinkelen. Daarop Charlot terug aan de deur aan 't sakkeren tegen den sneeuwvent, want Pallieter had zich achter de regenwaterton verstoken, en Marieke was langs achter binnengeloopen. Grommend trok Charlot terug naar haar keuken. Pallieter bleef alleen en wierp sneeuwballen naar den windwijzer; een vent die een neus zette naar den wind, naar de eiken saterskoppen, die den uitsprong van het ver vooruitstekend dak droegen, naar de kelen op het dak en naar de fruitmandekes gebeeldhouwd op den gevel. "Kome koffe drinken!" riep Charlot. Doch alvorens binnen te gaan, waterde Pallieter nog eerst zijn naam in de sneeuw. Pallieter rook den aangenamen koffiegeur en spoedde zich naar binnen. Gebakken hesp, met geklutste eieren over, werd smorend op de tafel gebracht en er werd van de koffie gedronken en van de hesp gegeten, dat de lippen en de vingeren blonken van het vet, en den toren tarweboterhammen moest Charlot driemaal achtereen opbouwen. Daarbuiten lag de witte wereld, helder de verten en de kamer verlichtend. Stilaan kwam uit de pure witheid ook al het dagelijksche leven los. De over-Neetsche molen, witbekleed, begon te draaien op de grijze lucht, een boerken stapte klein en zwart over het buikveld, en een helder belgerinkel liep op den steenweg met een slede mee. Zwarte vogels vlogen in kladden van den toren de witte velden in. "We gaan rije met de slee!" riep Pallieter, den mond vol eten; "'t is een echt fiest! Den hemel ligt oep de wereld...." Allebei gingen ze zich aanduffelen, ieder een berenmuts over het hoofd en pelsen aan het lijf. Pallieter haalde de slanke slee van onder het karrenkot, en spande er vlug de goede Beyaard aan. Het peerd werd met groote koperen bellen behangen, die roerden en Zongen bij het minste asem
PREV.   NEXT  
|<   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122  
123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  



Top keywords:

Pallieter

 

Charlot

 
binnen
 

sneeuwballen

 
achter
 

ballen

 

helder

 
wereld
 

vlogen

 

verten


witheid

 

dagelijksche

 

Stilaan

 
verlichtend
 

blonken

 

smorend

 
eieren
 

gebracht

 

koffie

 

geklutste


Gebakken
 

sneeuw

 
aangenamen
 
koffiegeur
 

spoedde

 
gedronken
 

gegeten

 

driemaal

 

achtereen

 

opbouwen


Daarbuiten

 

tarweboterhammen

 

lippen

 
vingeren
 

Neetsche

 

haalde

 

slanke

 

spande

 

karrenkot

 

pelsen


gingen

 

Allebei

 
aanduffelen
 

berenmuts

 

Zongen

 

roerden

 

minste

 

behangen

 

bellen

 
Beyaard