FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133  
134   135   136   137   138   139   140   >>  
"De boome wiene van vreugde," zei de ander. "Kom, nor Fransoe, versche kaves drinke op de kommerschap van de Lente!" en dit zeggende nam Pallieter hem vast, en zij gingen arm aan arm naar de Nethe om over te steken. Doch het ijs was gebroken en dreef aan in groote, gele schollen met luid gekraak, rap tij op; het schuitje stak nog altijd onder water, vastgevroren in het ijs. "Maar Pallieter," lachte de pastoor, "daar kunne wij oemmes ni over! Laat oens de stad oemgaan." "Da ga' vanzelf," sprak Pallieter, "geft mij maar ne pol." "Neee't," zei de pastoor, "'k ben nog te joeng oem mij leve te riskeeren." "Ik kan springe," zei Pallieter, "ge weurdt nij toch ni verveerd? Doe da' morge!" De pastoor liet zich overreden; hij had veel vertrouwen in de vlugheid van Pallieter. Pallieter nam den pastoor op zijn rug, ging den dijk af, en sprong op een voorbijschuivende schol, maar die kraakte en klonk om, doch alvorens Pallieters voeten water hadden geraakt, was hij op drie, vier schollen, gesprongen, van de een op de andere, tot hij eindelijk in het midden stilhield op een groote sterke ijsplaat. "Springt voert!" riep de pastoor. "Ni," zei Pallieter, de pastoor neerzettend, "voeld is hoe aangenaam het is, zoe te wandelen oep het water." En alzoo lieten zij zich meedrijven op de Nethe. Charlot had het gezien, kwam wanhopig naar buiten geloopen, trok aan heur haar en riep heel de streek bijeen. "Zij verdrinke, menhier pastoer verdrinkt! Een koor, 'n koor, kom, hulp!!" En zoo hard ze kon liep ze naar de Nethe, en achter de twee drijvende mannen. Maar hoe verschoot ze, als de pastoor haar toeriep: "Hewel Charlot, vinde ni da 'k nen goeie Sinte Peterus ben?" Ze rilde op haar dikke beenen en van alteratie zei ze: "neee ..." Zoo lieten ze zich mee naar Fransoo drijven om bij hem de uitvaart te vieren van den winter, die nu uitlekte in zoet muziek en stralende perelen. DOEDELZAKKEN Als al de sneeuw en het ijs gesmolten waren, dook de zon weer weg en zemelde het twee weken een fijnen, killen regen. Toen was uit het bleeke zuiden een lauwe wind over het land gekomen, ievers van achter de Begijnenbosschen, en twee dagen na Aschwoensdag hadden de zwarte boomen en 't klein hout reeds een spikkeling van zwellende botten.--Pallieter, die het 's morgens van uit zijn torenvenster zag, riep luid en achtereen: "Ik zien de Lente! Ik zien de Lente!" Hij vergat zijn koffie, en bleef den eersten sprong van '
PREV.   NEXT  
|<   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133  
134   135   136   137   138   139   140   >>  



Top keywords:

Pallieter

 

pastoor

 
achter
 

hadden

 

sprong

 
Charlot
 
lieten
 
schollen
 

groote

 

Peterus


alteratie
 

beenen

 

menhier

 
verdrinke
 
pastoer
 
verdrinkt
 
bijeen
 

streek

 

verschoot

 
mannen

toeriep

 

drijvende

 

sneeuw

 

Aschwoensdag

 

zwarte

 
boomen
 

Begijnenbosschen

 

gekomen

 

ievers

 

spikkeling


vergat

 

koffie

 
eersten
 

achtereen

 

botten

 

zwellende

 

morgens

 
torenvenster
 

zuiden

 

bleeke


muziek

 

stralende

 

perelen

 

DOEDELZAKKEN

 

uitlekte

 
drijven
 
uitvaart
 

vieren

 

winter

 

geloopen