FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  
ulzigen beer!" "Och kom," zei Marieke, "maakt oe nie kwaa, Pallieter zegt da veur te lache!" "Dan ik oek!" zei Charlot kort en afgebeten, en ze ging in de keuken terug aan heur werk. De meid had nu haar kapelin afgedaan, en weer was heur klein haardotsken voor een heele zomer zichtbaar. Ze had splinternieuwe, zwerte, blinkende klonen aan, beschilderd met een gele vogel op een groenen tak. Na een half kwartierken was ze het gekijf al vergeten, en stond ze te zingen van: "Ik heb tot speelgenootje een katje nog zoo klein...." Pallieter wandelde met Marieken den hof in. "En deur dezen schoenen hof zal de Nethe recht gelijk nen regel gaan. 't Is toch spijtig!" "Als ge geren nen hof hebt, dan kunde in ons deurp kome woene, dor is 't oek schoen en dor zitte we vrij in de hei en in de bossche!" "Neee," zei Pallieter, "'k heb e gevuul van ne vogel: 'k wil overal woene!--Ge gaat toch wel gere mee, eh vrijke?" vroeg hij teeder nadien. En zij sloeg hare groote oogen gelukkig tot hem op, lei heure armen rond zijn hals, en zei: "As ik mor bij ij mag blijve, meugde ma meeneme nor 't ende van de wereld." En zij drukten malkander een langen, innigen zoen op den mond. Charlot riep haar, want de kinderen kwamen, en lachend huppelde Marieke hen tegemoet. Pallieter zag haar achterna, en zei: "'t Is mijn zieltje." Maar daar floot een merel in den knottigen kastanjeboom, en vloog toen naar de vest. De vesteboomen waren bruin van de botten en hongen vol musschengeschetter. In den hof stonden de perelaars in bleeke knop, die elken dag kon openbreken; de pruimeboomekens lieten al wat roze zien, de perzikeboomen pronkten in lichtroode, weelderige bloem. De grond, die verjongd was met om te spitten, had ginder reeds melksalaad gegeven, en al verschillige bloemen opengebroken; op het molenheuveltje vettige, vleezige hyacinthen, en rond het fonteintje hier en daar reeds een geurende vlier. De pasgesneden haag zag bleekgroen. Pallieter verschoot van de snelheid waarmee het leven werkte. Het stond nooit stil, het groeide en bloeide allemaal en overal, het brak los uit den grond, uit de boomen en het water; het mos plakte zich op de steenen en de zwam op de boomen, 't eene op het andere, gulzig om te leven, en alles overweldigend in een roes van jonge liefde, en brandend om te koppelen en te bevruchten. 't Was het versche bloed dat opsloeg. Een eenden-driehoek keerde hoog in de lucht terug uit de warme landen! En
PREV.   NEXT  
|<   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  



Top keywords:

Pallieter

 

overal

 
boomen
 

Charlot

 

Marieke

 
verjongd
 
weelderige
 
lieten
 

perzikeboomen

 

pruimeboomekens


pronkten
 

lichtroode

 

openbreken

 
achterna
 
tegemoet
 
zieltje
 
huppelde
 

lachend

 

kwamen

 
kinderen

knottigen

 

musschengeschetter

 

hongen

 

stonden

 

bleeke

 
perelaars
 

botten

 

kastanjeboom

 

vesteboomen

 

geurende


overweldigend

 

brandend

 
liefde
 

gulzig

 

andere

 

plakte

 

steenen

 
koppelen
 

bevruchten

 

keerde


driehoek

 

landen

 

eenden

 

versche

 

opsloeg

 
vleezige
 
vettige
 

hyacinthen

 

fonteintje

 

innigen