FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  
rte klonk herhaaldelijk blekken horen-getoet. "Da's Charlot die blaast veur 't kinderbed!" juichte Pallieter, en hij trok zijn schoenen uit, en begost te loopen zoo hard hij maar kon. Het horengetoet bleef maar klinken, draaide van het oosten naar het westen, en 't wilde maar niet ophouden. Pallieter spoedde zich des te meer. Hij vloekte omdat hij niet rapper kon; maar daar graasden twee peerden in de weide, op nen omzien was Pallieter op het verschrikte peerd gesprongen, en zich vasthoudend aan de manen, rende hij snel over veld en wei naar den Reynaert. Toen Charlot Pallieter zag aankomen, liet ze den horen vallen, liep hem tegemoet en riep, bleek van alteratie: "Bruur, Bruur, 't is nen drijlink! twee jongens en ien meske! Ierst kwam...." Pallieter liet haar voortbabbelen en liep, gevolgd van de meid naar boven. Hij wierp de deur open, en daar op het bed, waarin Marieke, bleek, met traantjes in de oogen hem toelachte, lagen neveneen drie naakte, verkensroze kinderen te kraaien en te schreeuwen. De zon door 't open venster bunselde er op en trilde lichtend in hun week vleezeken. Pallieter stond eerst aan den grond genageld, hij kost zijn oogen niet gelooven, het overweldigde hem. De moeder van Marieke en Charlot wisten geen raad, de een klatste water, de ander wierp een emmer om en krabde in heur haar. "Zijde tevrede?" vroeg Marieke. En toen vloeide Pallieter zijn vreugde over, hij liep naar zijn jong vrouwken, gaf haar duizend kussen, en zei: "Abraham moet mij benije!" en dan riep hij uitgelaten tot Charlot: "Haalt bakels, peters, wiegen en suikerboene! De drij hemskindere zen gebore!" "Ja, ja," riep de verwarde Charlot en zij liep naar beneden, maar was daar seffens weerom en riep vol haast: "zij rap, zij rap, de pastoer is dor! doe z'ieder algij een hemmeken aan." "Ni, ni," zei de pastoor, die boven kwam, "'k wil ze zien lak da'ze God on Pallieter hee gegeve." En de pastoor sloeg verwonderd zijn handen saam en hij keerde zich om tot Pallieter, en zei: "Gelukkigen druivelaar," en dan tot Marieke: "Meske, meske, God zied oe gere," hij drukte hun de handen, en de tranen schoten in zijn oogen. "Doe zoo voort," zei hij. "Da beloof ik oe!" riep Pallieter. "Menier pastoor," zei Marieke verlegen en rood-wordend, "de kinderen mutte zuige...." "Ja, ja," lachte de pastoor, "doe mor, wij hemme da ni mier noodig, he Pallieter, wij zullen er oep gon drinke." En terwijl zij beneden schuimwijn gin
PREV.   NEXT  
|<   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  



Top keywords:

Pallieter

 

Marieke

 
Charlot
 

pastoor

 

kinderen

 
handen
 
beneden
 
vrouwken
 

weerom

 

vloeide


tevrede
 

vreugde

 

duizend

 
seffens
 
gebore
 
peters
 
bakels
 

wiegen

 

suikerboene

 
verwarde

hemskindere

 

Abraham

 

uitgelaten

 

benije

 

kussen

 
wordend
 

lachte

 

verlegen

 

Menier

 

beloof


drinke

 

terwijl

 
schuimwijn
 

noodig

 

zullen

 

schoten

 

tranen

 
hemmeken
 

gegeve

 

drukte


druivelaar

 

Gelukkigen

 

verwonderd

 

keerde

 

pastoer

 
venster
 
graasden
 

rapper

 

peerden

 

omzien