FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  
lekken, die de geurige ziel der aarde omhoog haalden. Hanen kraaiden. En achter hem lag het Netheland, waar hij jaren had geleefd, dat hij bij zich droeg in al zijn overheerlijke weelde. Hij bleef er staan naar zien en liet den wagen voort de baan oprijden. De molen sloeg zijn roode wieken boven de boomen. Het Begijnhof spreidde achter de hooge vestboomen zijn vredigheid uit en verders lagen de velden en de hoeven, graasden de schapen, en wandelden de kudden ganzen; daar lag de Nethe verheven boven de velden gekronkeld, en scheepkes schoven er op voort. Duiven vlogen in de lucht. "Hoerra, o land!" riep Pallieter, en hij nam een handvol aarde op, stak ze in zijnen zak, en zei: "Da's Heiligdoem!" en toen keerde hij zich om, zag de eeuwige Begijnenbosschen, de blauwe einders, de wereld! Hij raapte een hanenpluim op, stak ze op zijn klak, en uitgelaten als een kind liep hij zingend naar den witten wagen, die ginder over de baan voortwaggelde. * * * * * Wijd en ver strekte zich de wijde Nethevallei blauwig uit, onder de fijne, grijze lucht, die nu en dan een lek liet vallen. In die wereld-oneindigheid lagen mierig de huizen, plat de bosschen, en klein en miniem de dorpen en de molengehuchten. Nog kleiner waren de menschen daarin gestippeld, die het bedrijvig werk des zomers volbrachten: volle hooiwagens rolden over de wegen, karren gingen en kwamen, menschen heen en weer, en op de Nethe, die door dit welige land slierde in groote luie bochten naar den blauwen horizon, schenen de schepen stil te staan, en een zwart treintje kroop met een weelderige, witte rookpluim achteraan, traag vooruit. Heel dat land hief zijn gouden geur als wierook in de lucht. En al ineens stootte de zon uit 't Westen enorme, melkbleeke lichtbalken door de lucht en over de aarde, dorpen blonken, molentjes draaiden in helderheid, en over heel die heerlijke, feestende wereld spande alsdan, als een nooit geziene schoonheid, een klare, breede regenboog zich uit. De wereld jubelde!... En zie! ginder, heel, heel ver, een witte stip, langs den kant waar het Zuiden openklaarde, reed de witte huifwagen den reuzenboging onderdoor. * * * * * Alzoo vertrok Pallieter, de dagenmelker, uit het Netheland, en ging de wijde, schoone wereld in, lijk de vogels en de wind. End of the Project Gutenberg EBook of Pallieter, by Felix Timmermans *** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK PAL
PREV.   NEXT  
|<   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  



Top keywords:

wereld

 

Pallieter

 
velden
 

ginder

 

Netheland

 
dorpen
 
menschen
 
achter
 

rolden

 

hooiwagens


vooruit
 

achteraan

 

groote

 
wierook
 
ineens
 
stootte
 
zomers
 

gouden

 

volbrachten

 
rookpluim

blauwen

 

horizon

 

schenen

 

schepen

 

kwamen

 
gingen
 

weelderige

 

bochten

 

treintje

 

karren


welige

 

slierde

 
geziene
 

vogels

 

schoone

 

onderdoor

 

reuzenboging

 
vertrok
 

dagenmelker

 

Project


Gutenberg

 

PROJECT

 

GUTENBERG

 

Timmermans

 

huifwagen

 
heerlijke
 
helderheid
 

feestende

 

spande

 

alsdan