FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  
?" Ja, knikten de mannen. "Dan ierst nog gedroenke!" en zij kregen versche stoopen dobbele, zij smoorden sigaren, en met hun gezessen zopen ze lijk echte tempeliers. Zoo zaten ze daar nog als de vroege donkeren inviel; en toen gingen ze naar Fransoo. Het land was badend in de zon, die rood zakte achter zwarten boomenklomp. Het Nethewater, weerom hoog opgezwollen, nam het rood gulzig op zijn spiegel, en de zwarte, kale boomen werden er zoetekens mee bestreeld. Als de zon weg was, hing het gulden rood nog levendig op het kruis van den hoogen molen, die stil stond in de windelooze avondlucht. Een groote stilte en een fijne lauwte viel op het land, in de huizekens gingen de lichtjes aan en in den effen bleeken hemel de sterren. Een blauwe, lichte doom wond zich voor de verten.... Bij het lamplicht werd er gulzig verkensgebraad met patatfrit gegeten, dat de dikke vrouw van Fransoo had gereed gemaakt, en kundig bereid met pikkende sausen, kruidnagel, laurierblad en smakelijke thymus. De kinderen van Fransoo waren bang van de ruige venten, schreeuwden moord en brand, en vlogen naar bed. Als zij dik gegeten waren, en het nog eens hadden overgoten met ouden Diesters, zei Pallieter: "Doe nij ellen boek is ope." Zij gingen naar beneden. Fransoo's vrouw volgde. De nacht was over de aarde. Hoog en veelvuldig lijk het haar op den hond, bleekten de lichtende sterren aan de donkere lucht. De stilte was in harmonie met de grootheid van den nacht. Fransoo maakte een groot vuur aan op den molenberg, dat de molen van onder hel verlichtte, terwijl de romp zich wegstak in de duisternis, en een zwarte blok op den lichtenden sterrenhemel teekende. Het vuur kraakte en knerste, de gloed verlichtte de vier Bohemers, ruw als duivels. En steeds zwijgend, slechts antwoordend als men ze aansprak, bleven ze daar in het vuur staren. "Begint mor?" zei Pallieter, die zich met den buik op een stroobussel had gelegd. En toen begonnen de drie doedelzakken te ronken en te gonzen, en het rietklankige hobogespeel bibberde hel daarover en daarop en om, als een regen van klank. En voor Pallieters gespannen oog gingen er driftige spaansche dansen op, weemoedige russische liederen, sterke zangen uit de bergen en slepende liederen uit de bretonsche vlakten. Heel de wereld ging voorbij in klank, roerend, opgewekt, weemoedig, klagend en teer. Hij luisterde aangedaan: 't was iets eenigs in zijn leven! Zijn handen waren rood van 't flakkerend v
PREV.   NEXT  
|<   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  



Top keywords:

Fransoo

 

gingen

 
stilte
 

zwarte

 

liederen

 
sterren
 
Pallieter
 
verlichtte
 

gegeten

 

gulzig


teekende
 

kraakte

 

knerste

 
sterrenhemel
 
lichtenden
 
duisternis
 
antwoordend
 

eenigs

 

slechts

 
zwijgend

duivels

 

Bohemers

 

wegstak

 

steeds

 

terwijl

 
flakkerend
 

bleekten

 

lichtende

 

veelvuldig

 

volgde


donkere

 

handen

 
molenberg
 

knikten

 

harmonie

 

grootheid

 

maakte

 
aansprak
 

dansen

 

weemoedige


russische

 

klagend

 

spaansche

 

Pallieters

 

gespannen

 
driftige
 
sterke
 

zangen

 

bretonsche

 

vlakten