FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129  
130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  
t er dan van onder, wiegend als een vogel in de lucht, rank en licht als een pluim. Hij scheerde over de vrije, vaste waterbaan, en zijn hoofd stak juist genoeg boven de dijken uit, om het landschap te kunnen overschouwen. De zon zakte rood in een purperen adem weg, kleurde even lichtelijk de sneeuw, en de rijpende maan in de groene lucht begon te glanzen. Een vette ster sidderde boven den molen, die nog altijd draaide in de groeiende schemering. Pallieter reed maar altijd door, zacht wiegend als meegedragen door den wind. Zoo kwam hij tegen Duffel. Het was al donker, en er brandden lichtjes in de eenzame huizekens. De zilveren maan lei schaduwen op de sneeuw. Verre geluiden stierven. Aan een vastgevrozen schip hield Pallieter stil, trok zich er op, en bleef van op het dek naar den avond zitten zien. Door het open vierkant kwam de roode gloed van 't lamplicht. Een vrouw zong haar kind in slaap. De schaatsen over den schouder, ging Pallieter langs den kronkelenden dijk naar huis. Het was volle avond geworden nu, maar de maan had opnieuw het land verlicht met zilverblauwen schijn. De sterren rilden hoog en klaar in de lucht en het land was zoo helder, dat men de oogen vrij had als bij dag. Het was stil en eenzaam. De sneeuw kriepte onder Pallieters voeten, en zijn korte schaduw volgde hem blauwig mee als een ander wezen, en de schaduwen der boomen, donker op de witte sneeuw gestrekt, bogen zich herhaaldelijk over zijn lijf. De maan ging mee met hem. Zij was helder en klaar, en achter de zwarte boomen schoof ze maar altijd mee. De boomen aan den overkant, die met de volle heerlijkheid van haren schijn werden gedoopt, lieten op hun besneeuwde takken sterren pinkelen en vonken schitteren. Het waren lijk kristallen boomen. Bevroren fonteinen van licht. De stilte, die over dat sprookjesland hing, was zoo schoon als de maan en de sneeuw, en roerde zoo innig als de verzilverde blauwte. Ineens ging er hoog boven hem een ver gerucht op en zoevend vleugelengeruisch. Hij zag, en hoog in de lucht ontwaarde hij een machtige wilde-zwanenvlucht, op een lange, lange rei, die heel de streek overspande. 't Was ontzettend in dien goddelijke, lichten, stillen winternacht. Pallieter verroerde zich niet en hij zag en hij hoorde ze verder zuchten en ruischen, de bloeiende maan voorbij, waarop ze even zich af teekenden, en dan, van achter verlicht, den oneindigen winteravond in.... Aldoor denkend aan die grootsche vlucht der
PREV.   NEXT  
|<   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129  
130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   >>  



Top keywords:

sneeuw

 

boomen

 
Pallieter
 

altijd

 

donker

 
achter
 
sterren
 
schijn
 

helder

 

schaduwen


verlicht
 

wiegend

 

takken

 
besneeuwde
 
werden
 
gedoopt
 
lieten
 

heerlijkheid

 

schaduw

 
volgde

blauwig

 

voeten

 

eenzaam

 

kriepte

 

Pallieters

 
pinkelen
 

zwarte

 

schoof

 

herhaaldelijk

 

gestrekt


overkant

 

verzilverde

 
verroerde
 

winternacht

 

hoorde

 

verder

 

stillen

 
lichten
 

overspande

 

ontzettend


goddelijke

 

zuchten

 

ruischen

 

Aldoor

 

winteravond

 
denkend
 
grootsche
 

vlucht

 

oneindigen

 

teekenden