FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107  
108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   >>   >|  
mond over haar kleindochter geen "Ave Maria" stil, tot er een oogenblik kwam dat Charlot de tranen in de oogen kreeg. Er wierd veel gezongen en gelachen en het bier sloeg naar den kop. Het lawijd overweldigde de luide harmonika. Pallieter had lijk mieren in zijn beenen; hij wilde met Marieke weggaan. Zij dierf niet, maar hij zette zijn mond tegen haar oorschelp, zei iets stil en lang en toen stond zij glimlachend op, en ging heen. Juist sprong er een veertigjarig zat boerken op een stoel en begon te zingen van: Drie schoon Tamboers die van den oorlog kwamen Drie schoon Tamboers die van den oorlog kwamen Van rom plom, rom plom, rom plom plom, die van den oorlog kwamen. Iedereen zong mee en 't was daardoor dat Marieke, om zoo te zeggen ongezien, van de tafel ging. Pallieter ging langs den anderen kant, en zij kwamen achter het huis bijeen, waar de karren der genoodigden stonden; en terwijl Marieke haastig naar heur kamer liep, om het reeds ingepakte kleergoed, spande Pallieter Loebas in het blauwe hondenkarreken. Zij zetten zich nevens elkaar op het smalle banksken, en met een Dju! rolde er het huwelijk van onder! Maar pas waren ze een boogscheut ver of er ging van de hoeve een luid geroep op. Pallieter en Marieke zagen om, en achter de haag en op den weg stonden al de genoodigden te roepen en te juichen; zij zwaaiden met armen en zakdoeken, en er stonden er op tafels en stoelen. Ze reden vlug door het stille dorp, en kwamen weer in het opene.--"Altijd maar vooruit naar de Nethe!" riep Pallieter. De stille mastebosschen gaven een sterken terpentijnreuk, en nu en dan stak er tusschen het donker naaldengewelf wat zon op een berkeboom. Soms viel er een blad draaiend neer. Pallieter hield zijn vrouwken in zijn arm, en van het danig en snel rijden wapperde het gasen vool achteruit. Zij lei heur hoofd op zijn schouders, kuste hem zeer, en schoot toen in een luiden lach. Zij geraakte los en vrij nu, nu ze met hem alleen was, dien ze liefhad als den Hemel. Zij botsten soms tegeneen, en 't zand stoof aan de draaien dik wolkend op. Boerenmenschen bleven hen lachend nazien, riepen een zotte slag, maar zij reden zonder omzien door om gauw gerust alleen te zijn. Allengskens aan werd de grond vettiger, en na nog een schraal mastboschken doorgereden, zagen ze, ginder beneden, in de helderheid de Nethe blinken; en daar lag het schip. Ze vlogen de zoete helling af. Als ze daar gekomen waren mocht d
PREV.   NEXT  
|<   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107  
108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   >>   >|  



Top keywords:

Pallieter

 

kwamen

 
Marieke
 

oorlog

 
stonden
 

stille

 

schoon

 
Tamboers
 

alleen

 

achter


genoodigden

 

schouders

 

achteruit

 
wapperde
 

rijden

 

berkeboom

 
mastebosschen
 

sterken

 

vooruit

 

Altijd


stoelen
 

terpentijnreuk

 
draaiend
 
tusschen
 

donker

 
naaldengewelf
 

vrouwken

 

gerust

 

Allengskens

 

omzien


riepen

 

zonder

 

vettiger

 
helderheid
 

beneden

 

blinken

 

vlogen

 

ginder

 

doorgereden

 

schraal


helling

 

mastboschken

 
gekomen
 

nazien

 

tafels

 

liefhad

 

luiden

 

schoot

 

geraakte

 
botsten