FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69  
70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   >>   >|  
en steen, hij vloekte binnensmonds van bewondering, werd wit lijk melk, en er kwam een traan in ieder oog. 't Was toch schoon: gracielijk als een reiger, zonder schok of stoot, veerde het kalm door de lucht, met zijn vleugelen en zijn staart schrilwit op 't warme blauw. De lucht was vol stralen geronk, en al de menschen in het dal liepen van hun werk en uit hun huis, en zagen naar omhoog. "Nen engel heet er ni aan," zei Pallieter stil. "Neee," zei Marieke, "ik kan man oege ni geloeve!" En zwijgend volgden ze, met het keeren van hun hoofd de wending van zijn vlucht. Het was alsof er iets heiligs over de wereld kwam. De duiven schoten verschrikt weg, en overal waren stemmen van roepende menschen. Maar ineens scheen het vliegtuig als stil te staan, lijk doet een valk als hij zoekt; 't deed een zwenkende beweging, sneed sierlijk een halve ronde over de landstreek en dan ineens met lenige lijn, stak het van uit die duizelingwekkende hoogte recht naar beneen en kwam schoon gelijk een kraai, in de weiden, aan den overkant der Nethe. De koeien, die er gerust te grazen lagen, sprongen verschrikt op en liepen in groote verwarring weg; er waren er bij die al waterend weghuisden, met de pooten uiteen en den staart recht omhoog. "Kom!" huilde Pallieter. "Mor 't water!" riep Marieke bevreesd. "Water, water, water! Over het water! Dju!".... En hij gaf Beiaard twee stampen, greep naar den toom en raffel! daar holde Beiaard er van door, recht vooruit. Het paard werd lang, de pooten raakten bijna geen grond meer, en de manen en de staart stonden achteruit; het reed de lucht kapot, en klotten aarde vlogen in de lucht en in de boomen. Pallieter en Marieke zaten gebogen, hieven zich op om lichter te zijn en de boomen schoten voorbij, het koren was een bleeke ritseling en de grond als een rap water. Pallieter riep en vloekte maar "Dju! Dju!" Rechtdoor ging de rit, rats door de savooien en de peekens, over de grachten, door elzenhout, altijd maar recht door, de aarde dreunde er van, en vogelen schoten op, en kiekens stoven kakelend uiteen! Pallieter zag eens op. Over alle wegelen en het veld kwamen menschen aanloopen, en daar, daar lag de Nethe hoog en stil. Pallieter zijn kloonen vielen uit, Marieke liet een kres, en Beiaard plonsde met daverend geluid in het malsche Nethewater! 't Was lijk een bom die sprong, een lichtgestraal als van honderd hevige fonteinen; het water kwam er van naar omhoog, klotste w
PREV.   NEXT  
|<   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69  
70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   >>   >|  



Top keywords:

Pallieter

 

Marieke

 

staart

 

schoten

 

omhoog

 

menschen

 
Beiaard
 
pooten
 

vloekte

 

ineens


uiteen

 

boomen

 

schoon

 

verschrikt

 

liepen

 

hieven

 

stampen

 

klotten

 

vlogen

 
gebogen

raffel

 

achteruit

 

bevreesd

 

raakten

 

stonden

 

huilde

 

vooruit

 

altijd

 
vielen
 

plonsde


kloonen

 

kwamen

 

aanloopen

 

daverend

 

geluid

 
hevige
 

fonteinen

 

klotste

 

honderd

 

lichtgestraal


malsche

 
Nethewater
 

sprong

 

wegelen

 

Rechtdoor

 

ritseling

 
bleeke
 

lichter

 

voorbij

 
savooien