ering aanschouwden.
"That's my very dear little friend. Is n't it a pity that she has to do
such a hard, rough work?" zei jonkvrouw Anna tot haar gezellinnen.
"Aoh! too bad, she looks so nice!" antwoordden zij met een aanstellerig
glimlachje.
"That young man behind her, the dark one with his good features, that's
her lover, you know."
"Aoh! really!" riepen de twee Engelsche, eensklaps vol belangstelling
naar Alfons kijkend. De oudste van de twee greep naar haar face-a-main
en nam den jongen man aandachtig op. Vaprijsken en de Seissekoker, die
naast Alfons stonden, zagen de beweging en glimlachten.
De heer, die de drie meisjes vergezelde, was even wat op zij gaan staan
en keek belangstellend naar 't zwaar figuur van Irma Pese in haar
plakkend-natte kleeren.
Mejonkvrouw Anna kwam plotseling naar hem toe en keek hem sprekend met
haar lieve oogen aan, terwijl ze zacht en teeder haar fijne hand op zijn
arm legde.
"Armand, donne-leur quelque chose, leur travail est si dur," streelde
zij.
Hij ging dadelijk in zijn zak, tastte even, haalde een goudstuk van
twintig frank uit.
"C'est trop, n'est-ce pas?" dubieerde hij.
"Mais non, mais non; rend-les heureux, ne fut-ce qu'une fois," smeekte
zij met een ontroerde verteedering in stem en oogen.
Hij stak het glinsterend stukje in de hoogte, en floot even, als om een
hond te roepen.
De slijters keken op en aarzelden, niet goed begrijpende wat hij
bedoelde, niet kunnende gelooven dat hij hun zooveel wou geven.
"Allons donc!" riep hij eenigszins ongeduldig met het stukje wenkend.
Vaprijsken liet zijn bundel vallen en kwam toegesneld. Hij kreeg het
goudstuk.
"Merci, menier den b'ron, merci, gij zijt wel bedankt," zei hij met een
kleur van emotie, die gansch zijn geel gezicht met gelen baard van geluk
deed stralen.
"Nondedzju! twintig fran!" juichte hij stil, met het schitterend stukje
bij de anderen terugkomend. Zij stonden er allen als verbluft van, en
keken bijna bang-bewonderend naar den milden gever.
"Ha ha ha, menier den b'ron, gij gij gij zij nog weird da ge leeft!"
brabbelde plotseling de Krommen Bulcke, onmachtig zijn overweldigende
ontroering langer te bedwingen.
Wild moesten zij eensklaps allen schateren om de gekke woorden en
gebaren van den Krommen Bulcke. Hun eerste schroomvalligheid was voorbij
en de gezichten glommen van vreugd, op de rijke bezoekers bevestigd.
Irma Pese keek den jongen man met glinsterende oogen aan.
"What did h
|