FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83  
84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   >>   >|  
t gij gelukkig dat ge nu getrouwd zijt, Rozeke?" glimlachte de mooie jonkvrouw. "O joa ik, zille, mejonkvreiwe!" antwoorde Rozeke met stralende oogen. En plotseling ontsnapte 't haar, onwillekeurig, terwijl haar blik zich even op den heer die 't meisje vergezelde vestigde: "En gij euk, mejonkvreiwe? Zijt-e gij euk gelukkig?" "O ja, zeker, zeker, ik ook," lachte de jonkvrouw, met teederzachten oogenglans de richting van Rozeke's blik even volgend. "Meneer is een neef van mij, weet ge? Gij hebt hem dezen zomer op de slijting wel gezien. Hij heeft toen de slijters getrakteerd en nu komen wij samen van Oostende, waar hij heeft meegedaan in de courses met zijn automobile." "En het-e gij euk meegedoan, mejonkvreiwe?" vroeg Rozeke haast verschrikt. "Maar neen! 't gaat veel te gauw en ik ben veel te schuw! Ik ga maar mee als 't is voor wandeling," glimlachte zij. Vlug keerde zij zich tot haar neef, en zei, in 't Fransch, net zooals ze gedaan had op de slijting: "Donne-leur encore quelque chose, Armand." Vaprijsken, die van op een afstand het gesprek gevolgd had en duidelijk begreep waarvan nu kwestie was, kwam al vast, met van oolijke pret flikkerende oogen naast den jonker staan. En juist als op de slijting, ging deze nu ook in zijn zak en haalde er een goudstukje van twintig frank uit. "Pour qui?" vroeg hij aarzelend en stil tot jonkvrouw Anna. "Pour moi, monsieu!" riep vrijpostig Vaprijsken. Een wild gelach steeg op omdat Vaprijsken Fransch sprak, en ook de jonker glimlachte, den blik nieuwsgierig op Vaprijsken. "Mais c'est le meme de cet ete!" zei hij verwonderd. "Owie monsieu, owie monsieu," antwoordde Vaprijsken ongestoord, onder het nogmaals wild-opstijgend, algemeen gelach. "Vous partagerez au moins, n'est-ce pas?" conditionneerde de jonker. "Owie monsieu, owie...." herhaalde met overtuiging Vaprijsken; en onder een storm van geschater en gelach kreeg hij het twintigfrankstuk en holde er juichend en dansend midden in de joelbende mee weg. "Allons, nu gaan wij ook weg," zei jonkvrouw Anna. "Veel geluk in uw leven, Rozeke; en gij," sprak ze tot Alfons, "gij moet altijd goed en zacht en lief voor haar zijn." Rozeke liet Alfons staan om even met haar lieflijke beschermster mee te loopen. "Wilt-e nie 'n beetse binnenkomen, mejonkvreiwe en meniere? Wilt-e nie wat eten of drijnken?" vroeg ze goedig, niet wetend waarmede haar dank te betuigen. En ook vader en moeder en La kwamen aandringen,
PREV.   NEXT  
|<   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83  
84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   >>   >|  



Top keywords:
Vaprijsken
 

Rozeke

 

monsieu

 

mejonkvreiwe

 

jonkvrouw

 

slijting

 

glimlachte

 

jonker

 

gelach

 
Alfons

Fransch

 

gelukkig

 

nogmaals

 

partagerez

 

opstijgend

 

aarzelend

 

algemeen

 
vrijpostig
 
nieuwsgierig
 
verwonderd

ongestoord

 

antwoordde

 

joelbende

 

meniere

 

binnenkomen

 

beetse

 

loopen

 

lieflijke

 
beschermster
 

drijnken


goedig
 
moeder
 

kwamen

 
aandringen
 
betuigen
 
wetend
 

waarmede

 

geschater

 
twintigfrankstuk
 
juichend

overtuiging
 

conditionneerde

 

herhaalde

 
dansend
 
midden
 

altijd

 

Allons

 

quelque

 

volgend

 

Meneer