FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118  
119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  
ls een korte herleving over het verlaten veld, dat dadelijk na hun lawaaiigen voorbijtocht weer in doodschen winterslaap verzonk. Vreemd zag het heele land er uit: alles verkleind en als 't ware ineengekrompen. De mooie fruitboomen der boerderijen leken nu niet grooter dan ontbladerde heesters op de smal en klein schijnende erven; en zelfs de woonhuizen, de stallen en de schuren schenen tot de helft geslonken en als 't ware in den grond gedrukt, onder de dikke, gewafelde sneeuwlaag die log de dakpannen bedekte. Het dorpje, in de verte, over de wijdte van het blanke, vlakke veld, was niets meer dan een hoopje lage, nauwelijks zichtbare gebouwen onder een trosje zwarte boomkruinen; en de grijze torennaald der kerk, die anders zoo fier en zoo slank uit het frissche zomergroen opschitterde, leek nu wel een brooze, schrale ijskegel, die elk oogenblik om zou kunnen vallen. En ook het statig kasteel in rood steen met zijn gesloten vensterluiken, maakte thans geen grooteren indruk dan een gewoon buitenhuis; en 't prachtig park, 's zomers zoo ondoordringbaar zwaar en donker, was nu vol gapende holten en gaten, waar men dwars door de verre landerijen en de boerenhuizen zag, als hadden schendende handen er in groot getal de mooiste boomen weggekapt. Die winter-kleinheid en bekrompenheid van alles verbaasde en beangstigde bijna Alfons en Rozeke. "Ha moar, dat 'n es hier zeu greut niet as dat Dons gezeid het! Da es amoal veel kleinder!" riepen zij soms met onthutste verwondering uit, toen zij wel eens, in een enkelen oogopslag, geheel hun erfje met gebouwen en omliggende landerijen opnamen. En Alfons moest dan eerst de afstanden stappen, de boomen van den boomgaard tellen, de hoogte der gebouwen en de uitgestrektheid van de akkers meten, voor zij gelooven konden dat zij niet bedrogen waren. Doch er waren ook soms heerlijke verrassingen. Op een ochtend, toen Rozeke in de vroegte buitenkwam, scheen het haar toe of ze zich plotseling op een heel andere doening, in een soort van wonder-of-tooverland bevond. Wat was dat! al die boomen eensklaps zoo groot en overladen met het weelderigste bloeisel! En dat ruischend zilverkleed in plaats van grasveld! En die heg om het erf als een blauw-wazig verre muur van doorschijnend-kristal! En al dat bouwland er omheen, glinsterend, fonkelend, flonkerend in de zon, als een eindeloos veld van de fijnst-getinte lichtroze en lichtblauwe, levende en trillende bloemen? Dat was de winterrijp ove
PREV.   NEXT  
|<   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118  
119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  



Top keywords:
boomen
 

gebouwen

 

Rozeke

 

Alfons

 

landerijen

 

afstanden

 

stappen

 

boomgaard

 

tellen

 
uitgestrektheid

geheel

 

omliggende

 

opnamen

 

oogopslag

 

enkelen

 

hoogte

 

beangstigde

 
verbaasde
 
bekrompenheid
 
kleinheid

mooiste

 

weggekapt

 

winter

 

kleinder

 

riepen

 

onthutste

 

gezeid

 

akkers

 
verwondering
 

scheen


doorschijnend
 
kristal
 

bouwland

 
glinsterend
 
omheen
 
plaats
 

zilverkleed

 

grasveld

 
fonkelend
 
flonkerend

bloemen
 

trillende

 

winterrijp

 
levende
 
lichtblauwe
 

eindeloos

 

fijnst

 

getinte

 

lichtroze

 

ruischend