FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  
uittippend onder den strakken rand van 't wit-satijnen staatsiekleed; en 't was alles zoo schoon, zoo rein en zoo verheven-edel, in het galmen en dreunen van die bijna goddelijk-indrukwekkende muziek, dat zij plotseling, als verblind, de beide handen voor haar oogen sloeg en als een kind begon te schreien en te snikken.... Zij hadden allen plaats genomen op fluweelen stoelen in het koor en de plechtigheid begon. Overal in de kerk waren de prachtvendels uitgehangen en aan den voet der heilige beelden brandden waskaarsen. De koorknapen droegen fonkelnieuwe roode rokken. Bruid en bruidegom zaten vooraan naast elkaar op aparte roodfluweelen stoelen neergeknield, en links waren de dames van den bruidstoet en rechts de heeren. Rozeke, langzaam aan tot bedaren gekomen, wendde haar oogen van het bruidspaar niet meer af. O! zij had het hem wel willen toeschreeuwen, als een vermaning en een dreiging, aan dien man van haar: "Wees altijd goed voor haar! mishandel of bedrieg haar nooit, of gij zijt niet waard dat ge nog leeft!" En een gevoel van toorn gemengd met jaloezie kwam in haar op bij de gedachte dat zoo iets toch gebeuren kon en dat het in de booze macht van zoo'n man bestond--als hij eenmaal boos en slecht was--het gansche geluksleven van een zoo mooie, reine en edele vrouw als jonkvrouw Anna te verwoesten. Daar greep het groot mysterie plaats. De dekenpriester wisselde de ringen. Dat was voor 't gansche lange leven; alleen de dood mocht hen nog scheiden. Rozeke bukte 't hoofd en haar lippen trilden van ontroering. Ook zij was voor altijd aan hem dien ze liefhad verbonden, en zij was gelukkig en vreesde alleen de scheiding door den dood.--En plotseling steeg nu onder de galmende kerkgewelven een zingende stem op, een stem zoo zuiver, zoo schoon als scheen zij met gewiek van engelen- vleugelen uit de hemelen te dalen, om op aarde te verkondigen den nobelen lofzang van hun jong en frisch geluk. Zacht-begeleidend kweelden de violen, als een droomerig koor van aetherische vogelen, en 't zware orgel tremoleerde in ondertoon, dragend met ingehouden kracht den edelen, stijgenden zang. Plechtige roerloosheid en stilte heerschten in de gansche volle kerk. In hieratisch-strakke houding zaten bruid en bruidegom met gebogen hoofd op hun stoelen geknield en al de anderen om hen heen, de zwart-gerokte heeren, de schitterende officieren en de bont-getooide dames, stonden stijf en recht, als een deftige eerewacht. Een schelletje ging
PREV.   NEXT  
|<   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  



Top keywords:

gansche

 

stoelen

 

plaats

 

Rozeke

 
heeren
 

altijd

 

bruidegom

 

schoon

 
plotseling
 

alleen


zingende
 
galmende
 

kerkgewelven

 

zuiver

 

mysterie

 

vleugelen

 

jonkvrouw

 

engelen

 

gewiek

 

verwoesten


scheen
 

ontroering

 

scheiden

 

trilden

 

hemelen

 

lippen

 
liefhad
 
verbonden
 

ringen

 
wisselde

scheiding

 

vreesde

 
gelukkig
 

dekenpriester

 

violen

 
geknield
 
gebogen
 

anderen

 

houding

 

heerschten


hieratisch

 

strakke

 

gerokte

 
eerewacht
 

deftige

 
schelletje
 

officieren

 

schitterende

 

getooide

 
stonden