. Al die
emoties hadden haar gebroken; zij voelde zich ziek van ontroering. Zij
kon alleen de beide handen van de jonkvrouw in de hare nemen en die
drukken en nog eens drukken en ze met heete tranen en vurige kussen
bedekken.
"O, mejonkvreiwe, 'k hope toch da ge zilt gelukkig zijn!... 'k hope toch
da ge zilt gelukkig zijn!" herhaalde zij snikkend, terwijl de jonkvrouw,
gelukstralend, met haar hond het gastvrij boerenwoninkje verliet.
Noot:
[8] Volstrekt niet.
* * * * *
XII.
Jonkvrouw Anna had zich in haar hoopvolle verwachting niet vergist. Haar
vader was anders en beter over zijn neef gaan denken, had enkele
jongelingszonden van vroeger vergeven, geloofd in zijn berouw en
vertrouwd in zijn beloften, en eindelijk, ofschoon nog met geheimen
tegenzin, vooral omdat zij neef en nicht waren, zijn toestemming in 't
huwelijk gegeven.
Enkele dagen na de laatste bijeenkomst op het hoevetje met haar beminde,
was de jonkvrouw in verrukking Rozeke de gelukkige tijding komen
mededeelen; en sinds dien dag had Rozeke haar voorname bescherm-vriendin
ook niet meer teruggezien. De adellijke familie was op reis geweest, had
daarna veel gasten ontvangen en veel drukte gehad met de toebereidselen
voor het aanstaand huwelijk.
Slechts een enkele maal, na de geboorte van Rozeke's zoontje, was de
jonkvrouw haar op de boerderij nog komen opzoeken en lang en veel hadden
zij over alles gepraat; en nu was Rozeke eindelijk zelve op het kasteel
geweest om het prachtig uitzet van de bruid te bewonderen, en 's
ochtends van den trouwdag liep zij al van in de vroegte op haar uiterst
best gekleed, om de plechtigheid in de kerk te gaan bijwonen.
Het gansche dorpje was in feeststemming. Niemand werkte. Hoog op den
slanken, grijzen toren stak de groene mei uit en aan alle gevels
pronkten de driekleurige vlaggen. In dubbele rij, rechts en links, voor
de huizen, stonden op de gansche lengte van de straat kleine sparretjes
geplant, door lange wit-en-rood katoenen banderolen, met festoenen van
gekleurd papier en bloemen aan elkaar gesnoerd. Triomfbogen met groen,
met vlaggetjes en klatergoud prijkten bij den ingang van het dorp en
voor de kerk; groote, breede wimpels wuifden statig dwars over de straat
en aan bijna alle huizen hingen opschriften met roode en zwarte letters,
uitgeknipt op witte transparanten. Geheel in 't wit gekleede meisjes
liepen met volle mandjes bloemen die zij zouden strooien; andere,
|