FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  
klanken meer uitbrengen. Maar plotseling stond zij vastberaden op en liep met haar opgevouwen schort, waarin de zilverstukken rinkelden, naar de kamerdeur. Zij klopte aan. "Ja," klonk schuchter een stem. Zij opende de deur, en groot was haar verbazing de jonkvrouw alleen in de kamer te zien staan, haar rechterhand aan den halsband van den scherp-loerenden en snuffelenden jachthond. "Woa... woar es meniere!" riep Rozeke. De jonkvrouw glimlachte; in plaats van geschrikt of angstig, scheen gansch haar mooi gelaat van kalm geluk te stralen. "Meneer is weg," antwoordde ze leuk, zich blijkbaar vroolijk makend over Rozeke's verbouwereerde ontsteltenis. "Wig! Al woar?" vroeg Rozeke ongeloovig. "Door 't venster, Rozeke." "Deur de veister! Och Hier, as z' hem moar nie gezien 'n hen!" En plotseling, overweldigd door al haar emoties: "O, mejonkvreiwe, as 't ou belieft," schreide zij, "as 't ou b'lieft, mejonkvreiwe, 'n komt hier toch mee hem nie mier, 'k 'n kan d'r nie tegen van d'altroassie! 't zal mijn deud zijn, of de deud van mijn kiendsjen!" En hevig snikkend zakte zij op een stoel in elkaar. "Rozeke," zei de jonkvrouw, zacht naar haar toe komend, en teederlijk haar mooie handen op Rozeke's schokkende schouders leggend, "het zal waarschijnlijk wel voor de laatste keer zijn, dat wij hier samen komen. O, Rozeke, Rozeke, ge weet het niet, maar nu ben ik toch weer zoo gelukkig! Papa heeft hem geschreven, Rozeke! Ja, kijk me maar verwonderd aan: het is zoo, en ik ben toch zoo gelukkig! Papa heeft hem geschreven dat hij hem gaarne nog eens zou willen spreken en hem gevraagd om morgen op 't kasteel te komen.--O, het zal goed zijn, Rozeke, ik voel het, het zal goed zijn. Waarom zou papa anders nog schrijven? Ik had het al een paar dagen gemerkt dat papa en mama beter gezind waren. Zij zullen eindelijk wel gehoord hebben dat men laster en leugen van Armand verteld heeft, en wij zullen mogen trouwen. O, Rozeke, Rozeke, wat zullen wij gelukkig zijn en u altijd dankbaar blijven!--Kijk, Rozeke, dit heeft hij mij nog eens voor u gegeven, en ook dit voor 't meisken. Gij wordt een rijk, schoon boerinneken, Rozeke!" En zacht glimlachend liet zij twee bankbriefjes bij 't zilver in Rozeke's schoot vallen en stopte haar in de hand een twintig-frankstuk voor het Geluw Meuleken. "Kom, Rozeke, schrei nu niet meer. Wees nu ook eens met mij gelukkig!" Maar Rozeke bleef doorschreien, schreide hoe langer hoe heviger
PREV.   NEXT  
|<   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  



Top keywords:

Rozeke

 

gelukkig

 

jonkvrouw

 

zullen

 
geschreven
 

schreide

 

mejonkvreiwe

 

plotseling

 
waarschijnlijk
 

spreken


kasteel
 
gevraagd
 

morgen

 

laatste

 

gaarne

 

verwonderd

 

willen

 

eindelijk

 

bankbriefjes

 

zilver


schoot
 

glimlachend

 

schoon

 

boerinneken

 

vallen

 

stopte

 
doorschreien
 
langer
 

heviger

 
schrei

twintig

 

frankstuk

 
Meuleken
 

meisken

 

gegeven

 
gemerkt
 
gezind
 

anders

 

Waarom

 

schrijven


gehoord

 

hebben

 

altijd

 
dankbaar
 

blijven

 
trouwen
 

laster

 

leugen

 

Armand

 
verteld