FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120  
121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  
ag bij het huiswaarts keeren voelde vader de behoefte nog enkele herbergen in het dorp te bezoeken, waar hij dan, dikwijls tot ergernis en spotlust der aanwezigen, zonder eind op het rijk huwelijk en op die schoone rijke "doening" van zijn oudste dochter zat te snoeven en te pochen. * * * * * IX. Nog nooit was de lente zoo levendig en zoo frisch uit den winterslaap geboren. In de eerste dagen van April scheurde de alom uitgespreide sneeuwmantel eindelijk aan flarden; en 't leven der ontwakende natuur bruiste onstuimig door de scheuren en de gaten op, groen als van een nooit-geziene jonge, malsche groenheid, met triomfante kracht en graagte. De blonde vlietjes huppelden als dol tusschen de steile, wit-en-geel-bebloeide oevertjes, de wilgentwijgjes trilden als duizenden slanke vleugeltjes, wild van jeugdig, opstormend levenssap. In enkele dagen tijds stonden de populierenkruinen alom als dichte, groen-grijze pruiken van ontluikende en krullende knopjes, en 't een na 't ander kwamen leutig zingend al de lentevogeltjes, terwijl gele, bruine en witte vlinders, waggelend als van luchtdronkene bedwelming, door de lauw-wazige zon-atmosfeer der vrije, frisch-geurende ruimte fladderden. En ook het boerderijtje herleefde uit zijn stillen winterslaap!... De mooie boomgaard stond niet stekelig-witbebaard meer met schijn-bloeisel van fantastische rijp, maar bloeide en geurde werkelijk nu van zacht-en-frisch-levend lentebloeisel. Het waren als donzige wolken van wit en van roze om het roze huisje en de roze stallen, als reusachtige, heerlijk-frisch ruikende tuilen van herboren jeugd op oud-verweerde dingen; en de blaadjes die zacht-ritselend in zonneglinstering op den grond vielen, smolten niet meer weg als stil gedrop van tranen, maar bleven liggen, als een licht, fluweelig kleed van weelde, om de ruige stammen in het groen, groen bloeiend gras gespreid. De beesten waren buiten in de wei, de staldeuren stonden den ganschen dag wijd open, rechthoekigzwart als donkere kuilen en gaten, waar mensch noch dier lust meer had zich in te wagen. Het gele haar van 't Geluw Meuleken blonk als een glinsterende goudvacht op haar hoofd, waar zij buiten op het erf haar rinkelende en schitterende koperen emmers schuurde; en op de landerijen was Alfons van den ochtend tot den avond aan 't ploegen, aan 't zaaien of aan 't eggen, zijn donkere silhouet achter het zware paard scherp afgeteekend in een paarlemo
PREV.   NEXT  
|<   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120  
121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  



Top keywords:
frisch
 

buiten

 

winterslaap

 

stonden

 

enkele

 

donkere

 

liggen

 

tranen

 

bleven

 
gedrop

verweerde

 

zonneglinstering

 

blaadjes

 

vielen

 

dingen

 

ritselend

 

smolten

 
stallen
 
fantastische
 
bloeisel

bloeide

 

geurde

 

schijn

 

witbebaard

 

stillen

 

boomgaard

 

stekelig

 

werkelijk

 
heerlijk
 

reusachtige


ruikende
 
tuilen
 

herboren

 
huisje
 
levend
 
lentebloeisel
 

donzige

 

wolken

 
staldeuren
 
emmers

koperen
 

schuurde

 

landerijen

 
Alfons
 
schitterende
 

rinkelende

 

goudvacht

 

glinsterende

 

ochtend

 

scherp