FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122  
123   124   125   126   127   128   129   >>  
vreiwe? Zeg mij toch wa da 'k veur ou moet doen?" zuchtte Rozeke schreiend. Jonkvrouw Anna kwam een weinig tot bedaren. Zij droogde hare tranen af, en met een tragisch-smeekende uitdrukking in haar zwakke oogen, vertelde zij in doffe, nog door snikken onderbroken woorden: "Gij weet wel, Rozeke, die lange blonde heer, dien gij met mij gezien hebt op de slijting, en later 's avonds van uw trouwfeest, in de automobiel, dat is mijnheer Armand d' Hautmont, mijn neef, en wij zien malkander gaarne, en wilden met malkander trouwen. Papa en mama waren er eerst wel wat tegen, omdat wij neef en nicht zijn, maar eindelijk hadden zij toch toegestemd, en de dag van ons huwelijk was reeds vastgesteld, toen papa al opeens heel leelijke dingen over Armand heeft hooren vertellen. Verbeeld u toch, Rozeke, er werd verteld dat hij zoo schrikkelijk veel geld verteerde met andere vrouwen! maar het zijn leugens, leugens! Ik geloof er niets van, ik weet zeker dat het niet waar is, hij ziet mij veel te geerne. Ik heb het hem gevraagd en hij heeft op zijn eed gezworen dat het laster is; maar papa gelooft het niet en hij heeft hem verzocht het kasteel te verlaten en zijn toestemming tot ons huwelijk geweigerd. Dat was precies gebeurd eenige dagen voor dat gij op 't kasteel gekomen zijt om dit boerderijtje te huren en gij hebt dan wel gezien dat ik veel verdriet had. Kort daarna zijn wij op reis gegaan. Papa en mama dachten dat ik hem op reis wel zou vergeten. Maar het heeft niet geholpen; wel het tegendeel. Wij zijn met elkaar in correspondentie gebleven, wij zien elkaar hoe langer hoe liever, en nu is het zooverre gekomen dat wij niet langer kunnen leven zonder elkander nu en dan eens te ontmoeten. Welnu, Rozeke, gij moet mij daarin helpen!..." "Ik! mejonkvreiwe!" riep Rozeke verschrikt. "Ach ja, als 't u belieft, Rozeke, zeg toch niet neen!" smeekte de jonkvrouw, wanhopig handenwringend. "Ha moar och Hiere, mejonkvreiwe, 'k en kan ik ou nie helpen!" zuchtte Rozeke bedroefd. "Ge doet, ge doet, ge kunt heel wel. Ge moet mij hier met hem te zamen laten komen." "Hier op ons hof! O, mejonkvreiwe!" schrikte Rozeke. "Ach, doe het toch, Rozeke, als 't u belieft doe het toch, voor mij," smeekte zij, met weer-opwellende tranen hartstochtelijk Rozeke's hand vattend. "Moar 't zal uitkomen, mejonkvreiwe! De meinschen zillen ulder hier zien komen! Oue papa zal 't heuren en hij zal ons doen verhuizen en we zillen gereineweerd zijn!" riep R
PREV.   NEXT  
|<   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122  
123   124   125   126   127   128   129   >>  



Top keywords:
Rozeke
 

mejonkvreiwe

 

belieft

 

malkander

 

smeekte

 

Armand

 

langer

 

elkaar

 

gekomen

 
leugens

helpen

 

kasteel

 

huwelijk

 

zuchtte

 

zillen

 

gezien

 

tranen

 
meinschen
 
gegaan
 
uitkomen

geholpen

 

vergeten

 

dachten

 

tegendeel

 

verdriet

 

gereineweerd

 

verhuizen

 

gebeurd

 
eenige
 

correspondentie


heuren
 
boerderijtje
 

daarna

 
bedroefd
 
verschrikt
 
precies
 

handenwringend

 

wanhopig

 
jonkvrouw
 
daarin

zooverre
 

opwellende

 

kunnen

 
hartstochtelijk
 
vattend
 

liever

 

zonder

 

ontmoeten

 

elkander

 

schrikte