FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123  
124   125   126   127   128   129   >>  
ozeke, hoe langer hoe dieper door het voorstel afgeschrikt. "Nee nee,... nee nee, dat zal niet waar zijn, dat zal niet gebeuren," verzekerde de jonkvrouw. "En moest het gebeuren, wel, dan zal ik Armand doen beloven, ja, op zijn woord van eer doen beloven, dat hij u terstond op een van zijn hofstees zal laten komen, en veel schooner dan gij hier woont. Ach toe, Rozeke," smeekte en snikte zij weer, "ik ben zoo diep en diep ongelukkig en ik heb u toch ook geholpen. Ik zal mij van 't leven berooven als ge mij niet helpt." Rozeke schreide. Haar gansche hart schreide van meelijdende droefheid; maar zij schrikte en ijsde van 't idee, zij zag erin de ondergang en de vernieling van al haar jeugdig frisch geluk. Zij staarde met angstige, betraande oogen naar het ongelukkig meisje en vroeg zich in wanhopige spanning af, hoe zij haar helpen zou, zonder zichzelf, en haar gansche gezin ten onder te brengen. "Ach, laat ons toch komen, een enkele keer, voor een enkel uurtje, iedere week?" drong de bedroefde jonkvrouw aan. "Gij hebt hier toch wel een kamer, niet waar, waar we een enkel uurtje kunnen samen zijn?" "O moar mejonkvreiwe! En 't meissen! En de knecht! En Alfons! En de geburen die ulder zoen zien komen!" angstigde Rozeke. "Het meisje en de knecht zal Armand voor veel geld tot zwijgen uitkoopen," weerlegde de jonkvrouw. "Joa moar de geburen! de geburen!" "Die zullen het niet merken, die wonen hier niet zoo dicht bij. Ik kom door het veld gewandeld met mijn hond, zooals ik dikwijls doe, en hij komt langs den anderen kant, over den landweg. "Joa moar, wannier, mejonkvrouwe, wannier? Toch nie alle twiee te gelijk!" aarzelde Rozeke, reeds in haar tegenstand verzwakkend. "Neen, natuurlijk niet. Hij komt dan iets vroeger en ik wat later. Gij laat hem binnen in de kamer en daar wacht hij op mij." Een ander schrikbeeld, angstwekkender nog dan al het overige, schoot plotseling door Rozeke's brein. Zij kreeg er een kleur van over haar wangen, maar zei het toch, onbewust-beleedigend in de ontzetting van haar schrik: "O moar, mejonkvreiwe, dat er e-kier iest moest van komen?" "Hoe?... wat zou er van komen?" vroeg jonkvrouw Anna niet begrijpend. "O, mejonkvreiwe... zeu lank alliene, mee hem, in de koamer...." Het meisje kreeg een kleur als vuur, en keek even instinctief naar Rozeke's zwaar figuur, eensklaps begrijpend. Doch zij nam het niet kwaad op en werd niet boos. "Nee, daar moet ge niet voor vreezen," z
PREV.   NEXT  
|<   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123  
124   125   126   127   128   129   >>  



Top keywords:
Rozeke
 

jonkvrouw

 

mejonkvreiwe

 

meisje

 

geburen

 

schreide

 

begrijpend

 

gansche

 

knecht

 
wannier

uurtje

 

gebeuren

 

Armand

 

ongelukkig

 

beloven

 

schrikbeeld

 

natuurlijk

 
verzwakkend
 
tegenstand
 
binnen

vroeger

 

verzekerde

 

gelijk

 

anderen

 

dikwijls

 

zooals

 

landweg

 

angstwekkender

 
aarzelde
 

mejonkvrouwe


schoot
 
instinctief
 

koamer

 
alliene
 
figuur
 
eensklaps
 

vreezen

 

voorstel

 
dieper
 
langer

wangen
 

afgeschrikt

 

overige

 
gewandeld
 
plotseling
 

onbewust

 

beleedigend

 

ontzetting

 

schrik

 

snikte