FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112  
113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  
bezinne." Zij staarde even naar het wit, besneeuwde hof met de zwarte boom-geraamten en naar de hooge maan met de dikke, grauwe wolken erom, boven 't dak der schuur.--Daar achter, op een wintersneeuwnacht zooals deze, had de arme vrouw gelegen waarvan Dons vertelde. Zij huiverde. O, die nare verhalen, wat had het haar aan 't hart gegrepen! Wat was er strijd, armoede en lijden op de wereld! Wat was haar lot gelukkig vergeleken bij dat van zooveel anderen! Plotseling dacht zij aan mejonkvrouw Anna. Ook die was niet gelukkig. Waar zou ze zijn op 't oogenblik? En wat was toch de oorzaak harer droefheid? Zij stond daar even over te peinzen, vaag luisterend naar 't verwijderd, fijn gezang der kinderen, die nu reeds op een andere hoeve waren. Maar de feestvierders daarbinnen klaagden luid dat ze 't koud en ongezellig maakte en dat ze weer moest binnen komen. Haastig sloot zij de deur en kwam rillend terug bij den haard. Nog een poosje bleven zij er doorpraten, gezellig rookend om den haard, onder het drinken van steeds meer koppen slappe koffie en ook glaasjes brandewijn; en weer werd hun gesprek nu los en licht en vroolijk, met ieder oogenblik uitbarstend scherts-gelach om ondeugend-schuine grapjes; maar toen boer Dons, zeer opgewonden, voorstelde het onderbroken kaartspel voort te zetten, bleek het reeds te laat geworden en spraken de vrouwen van nu maar liever weer naar huis te gaan. De mooie bazin Kneuvels, die tijdelijk zonder dienstmeid was, moest zelve nog alles tegen den volgenden dag beredderen, beweerde zij; en ook bazin Dons wilde liefst vertrekken voor het laat in den avond werd en zij wellicht spoken op hun weg ontmoetten. "Speuken! zij-je toch nie wijs! Doar 'n bestoan ommers gien speuken mier," lachte vader van Dalen. Maar bazin Dons en ook meestal de anderen bleven zeer ernstig. "D'r zijn zeker nog speuken!" bevestigde boer Dons, die reeds was opgestaan en zijn jas had aangetrokken, maar even weer ging zitten. En hij vertelde een vreemde geschiedenis van zijn ouden paardenknecht, van het spook en den kasteelhond. Iederen avond,--dat was nu zeker wel ruim veertig jaar geleden--dwaalde daar in de buurt een kasteelhond. "Wa es da ne kastielhond?" viel Rozeke hem met groote oogen van belangstelling in de rede. De oude boer haalde zijn schouders op. "Da es nou gelijk," sprak hij, bijna korzel, "nen hond, ne kastielhond, niemand 'n weet precies wa dat dat es. Moar loat mij ne kier veurt vertelle
PREV.   NEXT  
|<   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112  
113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  



Top keywords:
kasteelhond
 

anderen

 

bleven

 

gelukkig

 

speuken

 

oogenblik

 

vertelde

 

kastielhond

 

liefst

 
beredderen

volgenden

 

vertrekken

 

beweerde

 

spoken

 

ontmoetten

 

Speuken

 

wellicht

 
gelijk
 
korzel
 
niemand

spraken

 

vrouwen

 

liever

 

zetten

 

vertelle

 

geworden

 

dienstmeid

 

precies

 
zonder
 

tijdelijk


Kneuvels
 
vreemde
 

geschiedenis

 
Rozeke
 
groote
 
aangetrokken
 

zitten

 

paardenknecht

 
geleden
 
dwaalde

veertig
 

Iederen

 

schouders

 
haalde
 
lachte
 

ommers

 

bestoan

 

belangstelling

 

bevestigde

 

opgestaan