FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86  
87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   >>   >|  
met den drank hun wrok inslikten en of er nu voortaan rust en vrede tusschen hen zou bestaan. Zij loosde een zucht van verlichting, alles leek haar goed nu, en in 't geknetter van de aangestoken fakkels keerde zij zich om en verliet met Alfons en den stoet der begeleiders, de juichende en joelende groep der nog even door-feestende gasten om het langzaam uitstervende houtvuur. In een compact vroolijk troepje liepen zij nu, bij het stoomende laaien der sissende fakkels, door den kalmen, donkeren Septembernacht. Hun groote, donkere schaduw-schimmen dwarrelden als gedrochtelijke, door elkaar hollende dansers over den rood-beglansden landweg voor hen uit, en op de ingeslapen boerderijen waar zij langs kwamen, blaften de waakhonden schor-verwoed hun lawaaiigen voorbijtocht na. Toen blaften zij allen voor de pret soms mee, waarbij de honden nog razender werden en door hun woest gebrul de koeien wakker maakten, die dan klagend even loeiden, terwijl de hanen eensklaps schel-klaroenend aan het kraaien gingen. Toen loeiden en kraaiden zij weer allen in koor mede en het lawaai breidde zich even uit over de gansche ingeslapen streek, van boerderij tot boerderij, waar de plotseling ontwaakte honden en hanen overal tegen elkaar opblaften en kraaiden. Alfons en Rozeke lieten de joelende bende enkele passen vooruit gaan. Zacht nam hij hare hand en hield die gedrukt in de zijne. Een tijdlang spraken ze geen woord. Zij voelden de zaligheid van het geluk hun gansche wezen als 't ware doorstroomen. De nacht verspreidde om hen heen zijn zoete geuren, de krekels piepten vreedzaam in de klavervelden, even slechts zwijgend in 't voorbijgaan der luidruchtige bende; en op de naakte stoppelvelden stonden hier en daar zware korenschelven als een in veilige haven opgeborgen rijkdom voor de toekomst, terwijl de laatste, nog maar pas gemaaide en gebonden haver-schoofjes op lange optochten van zwijgende kinderen leken, die met de laatste, nog verspreide schatten van den lieven zomer naar hen toe schenen te komen. 't Was alles vrede en illuzie en geluk wat hen omringde; zij voelden innig-diep de rijpe schoonheid van het leven, de zalige, sereene zekerheid van het geluk. Daar waren zij aan het huisje,--moeders huisje--witgekalkt, met wit-en-groene luikjes, liefelijk klein en eenzaam onder het lommer van de hooge, zacht-ruischende populieren. Moeder, die hen had hooren aankomen, stond wachtend op den drempel, Rozeke's broeders verlichtten den ingang
PREV.   NEXT  
|<   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86  
87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   >>   >|  



Top keywords:
Alfons
 

terwijl

 

loeiden

 

elkaar

 

honden

 

huisje

 

joelende

 

kraaiden

 

gansche

 
boerderij

voelden

 

ingeslapen

 

blaften

 

laatste

 

Rozeke

 

fakkels

 

stonden

 
stoppelvelden
 
naakte
 
rijkdom

veilige

 

korenschelven

 

opgeborgen

 

toekomst

 

zaligheid

 

doorstroomen

 

gedrukt

 

tijdlang

 
spraken
 

klavervelden


vreedzaam
 
slechts
 

zwijgend

 
voorbijgaan
 
piepten
 
krekels
 

verspreidde

 

geuren

 
luidruchtige
 
schatten

liefelijk
 

eenzaam

 

lommer

 
luikjes
 
groene
 

moeders

 

witgekalkt

 

ruischende

 

drempel

 

broeders