FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  
weest en verder had zij over hun wederzijdsche plichten gesproken. Het scheen in haar versuften geest van oude kwezel onomstootbaar vast te staan, dat de vereeniging der beide seksen--zelfs de door den echt gewettigde--iets buitengewoon akeligs en onteerends was, hetwelk tenauwernood door een voorbeeldig kuischen omgang voor het huwelijk eenigszins vergoed kon worden. Zij zelve was veel te fatsoenlijk geweest om te trouwen, beweerde ze; en zij noemde hun tot voorbeeld den heiligen Tobias, die na zijn huwelijk drie dagen en drie nachten met zijn vrouw in zuiverheid leefde. Met deze en andere vermaningen had zij hen eindelijk laten gaan, maar hun doen beloven, dat zij op hun trouwdag,--dien ze toch zeker wel volgens gebruik in de stad zouden doorbrengen--haar nog eens moesten komen opzoeken. Met Smul, daarentegen, hadden zij vervelender gescharrel gehad. Toen hun voorgenomen huwelijk publiek bekend werd, was Smul wild aan 't drinken gegaan en had in alle herbergen geschreeuwd dat Rozeke de zijne was geweest, dien avond van de slijting, toen de stormende paarden met hen beiden op den wagen in het koren waren weggehold. Dagen lang had hij als gek geloopen, zwerend dat hij Alfons zijn mes door 't lijf zou halen indien hij hem ontmoette; hij had zijn dienst opgezegd en was gaan landloopen; en op een avond was hij komen schelden en brieschen voor 't huisje van Rozeke's ouders, zoo gemeen beleedigend, dat haar broeders en haar vader op hem af gevlogen waren en geducht hem hadden afgeranseld. Sinds was hij weer bedaard en uiterlijk kalm geworden. Hij had opnieuw zijn dienst als paardenknecht genomen bij boer Kneuvels, en werkte als een lastdier, somber in zichzelf teruggetrokken, geen nutteloos woord tusschen zijn halsstarrig-dreigend gesloten lippen doorlatend. Maar Rozeke bleef doodsbang voor hem en vermeed stelselmatig elke gelegenheid hem te ontmoeten. Zij was geen enkele maal meer bij boer Kneuvels komen werken, en in haar schrik had zij ook aan Alfons zijn woeste aanranding in 't koren, op dien avond, met de weghollende paarden, verteld. "Rozeke, zweir mij da ge de woarheid zegt; zweir mij dat er nie anders gebeurd 'n es en dat de sloeber liegt!" had hij haar plechtig-dringend gevraagd. "'k Zweire 't ou, Fons; 'k mage deudvallen as ik ou de woarheid nie 'n zegge!" had zij met onwrikbare beslistheid geantwoord. En frank in het gezicht had zij hem met haar mooie, kinderlijk-reine, blauwe oogen aangekeken. "'k Gel
PREV.   NEXT  
|<   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62  
63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   >>   >|  



Top keywords:

Rozeke

 
huwelijk
 

paarden

 

dienst

 

woarheid

 

Alfons

 
geweest
 

hadden

 

Kneuvels

 

tusschen


paardenknecht
 
genomen
 

nutteloos

 

werkte

 

opnieuw

 

zichzelf

 

teruggetrokken

 
lastdier
 
somber
 

geducht


huisje
 
ouders
 

gemeen

 

brieschen

 

schelden

 

indien

 
ontmoette
 
opgezegd
 

landloopen

 

beleedigend


broeders

 

bedaard

 
uiterlijk
 

geworden

 

gevlogen

 

afgeranseld

 

ontmoeten

 
deudvallen
 

Zweire

 

gevraagd


sloeber
 
plechtig
 

dringend

 
onwrikbare
 
blauwe
 

aangekeken

 

kinderlijk

 
geantwoord
 

beslistheid

 
gezicht