FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207  
208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   >>   >|  
tandig te denken. In een felle philippica verdoemde de aartsbisschop "den geest van ongeloof, die ook een geest van onafhankelijkheid en oproer is," en noemde den "Emile" even waard om door de vervloekingen der kerk, als door de strengheid der wetten getroffen te worden. Het antwoord van Rousseau was waardig, vol zelfbedwang en toch vol innerlijke bewogenheid. Hoe menschelijk-ontroerd en waarachtig- verontwaardigd klonk die stem, vergeleken met de retorische banvloeken van den bisschop. En ook hoe anders van toon dan de gewone polemiek tegen het katholicisme, zooals die door Voltaire gevoerd werd: hatelijk, schamper, persoonlijk-kwetsend. Ook in dit geschrift was vernuft te vinden, schitterende polemiek, spot zoo licht en fijn dat Grimm gedwongen werd te erkennen "ik herken den burger van Geneve niet meer," maar het werd gedragen door eene elk woord doortrillende overtuiging, door hartgrondig geloof in de eigen denkbeelden, en ook voelde men hierin het geloof in den ernst en de goede trouw van den tegenstander, dat bij Voltaire volkomen ontbrak. Nieuwe gedachten bevat het "Antwoord aan Monseigneur de Beaumont" weinig. Dit was ook natuurlijk: Rousseau had immers zelf verklaard zijn gedachten over de verhouding van den mensch tot god en de verhoudingen der menschen tot elkander in hoofdzaak te hebben uitgesproken.[52] In dit werk en het volgende, de "Brieven uit de bergen," kwam hij wel op bepaalde punten terug, om ze nieuw te belichten of uitvoeriger uiteen te zetten, maar de hoofdlijnen van zijn levens- en wereldbeschouwing had hij in de werken der groote jaren neergezet. Van belang in den "Brief aan Monseigneur de Beaumont" is vooral zijn uitweiding over den universeelen godsdienst, waarin hij Joden, Christenen en Mohamedanen, met instandhouding van de bijzondere vormen van ieders geloof, wilde vereenigen. "Want elke godsdienst is goed, die door de wetten wordt voorgeschreven en de essentieele religie bevat." Zijn beschouwingen over de gelijkwaardigheid der verschillende monotheistische godsdiensten, over het wezen van den godsdienst als geloof aan een schepper en vader en het goddelijke in den mensch, over de plicht van verdraagzaamheid en wederzijdsche waardeering, komen geheel overeen met de ideeen van andere revolutionair-burgerlijke denkers uit dit tijdperk: het is soms of men Lessing's Nathan spreken hoort. De toenemende gelijkmaking van alle volken door de warenproduktie, boven alle nationale en historisch-ge
PREV.   NEXT  
|<   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207  
208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   >>   >|  



Top keywords:

geloof

 
godsdienst
 

Rousseau

 
gedachten
 
polemiek
 

Voltaire

 

Beaumont

 

mensch

 
Monseigneur
 
wetten

groote
 

werken

 

neergezet

 

wereldbeschouwing

 

hoofdzaak

 

vooral

 

menschen

 

uitweiding

 
universeelen
 
hebben

belang

 

elkander

 

uiteen

 

bepaalde

 

punten

 

Brieven

 
waarin
 
bergen
 

volgende

 
zetten

hoofdlijnen

 
uitvoeriger
 

belichten

 
uitgesproken
 
levens
 

burgerlijke

 
revolutionair
 

denkers

 

tijdperk

 
andere

ideeen

 

waardeering

 

wederzijdsche

 

geheel

 

overeen

 

Lessing

 
warenproduktie
 

nationale

 

historisch

 

volken