uitzinnig te zijn geweest.
In den laatsten tijd van zijn verblijf in Engeland had hij herhaaldelijk
brieven gekregen van den Marquis de Mirabeau, den vader van den
beroemden redenaar der revolutie. De marquis was in zijn dagen een
bekend schrijver over ekonomie; zijn humanitaire denkbeelden hadden hem
den bijnaam bezorgd van den "vriend der menschheid." Als bewonderaar van
Rousseau had hij er bij dezen op aangedrongen, dat Rousseau een der
talrijke bezittingen, kasteelen en hofsteden, die hij door heel
Frankrijk bezat, tot verblijf zou kiezen. Rousseau had de uitnoodiging
in beraad gehouden. Nu schreef hij van uit Calais onmiddellijk aan den
marquis, dat ofschoon hij voornemens was, zich in Venetie te vestigen,
hij zeer verlangde den "vriend der menschheid" te leeren kennen. Deze
kwam, en voerde den schrijver in alle stilte--het vonnis van 't hof van
Parijs was nog van kracht--naar zijn buitenverblijf te Fleury bij
Meudon. Daar drong Mirabeau, een zeer heerschzuchtige en uitbundige
persoonlijkheid, aan zijn gast zijn ekonomische werken op, en trachtte
hem te bekeeren tot de leer der physiocraten. Rousseau antwoordde dat
hij zou probeeren ze te lezen, maar denken altijd een erg vermoeiende
bezigheid vond en nu vooral. Dit antwoord schijnt de overgroote
belangstelling van den marquis voor Rousseau wel wat getemperd te
hebben, althans hij stemde er in toe, dat de zwerveling het aanbod van
den prins van Conti aannam, diens kasteel te Trye bij Gisors (tusschen
Parijs en Rouaan) te betrekken: hij zou daar veiliger zijn dan zoo dicht
bij Parijs.
De droevige ervaringen, eerst in de Hermitage en later in Wootton, waren
voor Rousseau vergeefsch geweest. Het verblijf in Trye, hoe goed de
prins van Conti 't ook bedoelde, moest uitloopen in nieuwe ellende. Noch
hij zelf, noch Therese waren geschikt om te wonen op een kasteel, omringd
door bedienden waarmee zij zich geen van beide op hun gemak voelden, die
van hun kant Rousseau een onmogelijke zonderling moesten vinden en in
Therese iemand van hun eigen stand zagen, waarvan zij geen orders beliefden
aan te nemen.
Het duurde dan ook niet lang, of Rousseau klaagde opnieuw in brieven
zijn nood. Reeds in Augustus--in Juni betrok hij 't kasteel--schreef
hij aan Mirabeau, dat de behandeling die hij van de bewoners uit de
buurt ondervond, verschrikkelijk was. De dienstboden gedroegen zich zoo
onhebbelijk mogelijk; of de prins al order gegeven had, dat alles wat de
moestuinen van 't ka
|