enleven even
moeilijk maakt, als hem hare kilheid; daarom doet hij haar het voorstel
een tijdlang uit elkaar te gaan tot beider geprikkeldheid bedaard is.
"Ik laat je geheel vrij om je woonplaats te kiezen en te veranderen
zoodra je dat zult begeeren. Het zal er je aan niets ontbreken, ik zal
meer zorg voor je dragen dan voor mijzelven, en zoodra wij weer in onze
harten zullen voelen voor elkaar geboren te zijn, en weer den echten
drang om samen te komen, zullen wij dat doen, om verder in vrede samen
te leven en elkaar gelukkig te maken tot aan het graf. Ik sla slechts
een scheiding voor, die ons beiden tot les kan dienen."
De geheele brief--een van de zeer weinigen van Rousseau waarin hij het
vertrouwelijke "tu" (jij) gebruikt--een brief vol zachte verwijten, vol
konsideratie, vol geduld en vol verlangen dat het tusschen hen weer
worde als vroeger, getuigt van zijn onverminderde aanhankelijkheid voor
Therese en zijn volkomen vertrouwen in haar. Ondanks de moeilijkheden
die hen tijdelijk vervreemdden was er in zijn gemoed, het blijkt uit
dien brief, geen spoor van wantrouwen jegens haar; nooit zag hij haar
ook maar een oogenblik in zijn verbeelding staan binnen dien boozen
tooverkring, waarin haast al zijn oude vrienden den een na den ander
werden opgezogen: hij voelde haar daartoe te veel een met hem, te veel
een deel van zichzelven.
Dit kon natuurlijk alleen zoo zijn doordat Therese niet inging tegen
zijn waan, maar met hem meepraatte; de biografen maken haar daarvan een
verwijt, zij beschuldigen haar van Rousseau in zijn valsche
voorstellingen gestijfd te hebben. Maar hoe zou zijn leven geweest zijn,
zoo zij onophoudelijk tegen die voorstellingen ware ingegaan? Natuurlijk
zou hij dan ook haar zijn gaan verdenken van tot het komplot te
behooren, hij zou ook haar, de laatste die hij vertrouwde, niet langer
vertrouwd hebben; hij zou geen menschelijk wezen hebben gehad om zijn
verdriet in uit te storten, hij zou zich alleen tegen allen hebben
gevoeld. Had hij dit kunnen uithouden? Wat zou er van hem geworden zijn?
Neen, Therese deed goed, door met hem mee te praten; zich-uitspreken was
voor hem de eenige verlichting van zijn lijden. Door haar heeft hij die
verlichting ten minste nooit ontbeerd.
* * * * *
In Monquin voltooide Rousseau de "Bekentenissen," waaraan hij nu vijf
jaar bij tusschenpoozen gewerkt had. Hij begon steeds meer te verlangen
naar Parijs terug te keeren en schreef
|