knechten der beschaving,--daarom bereikte hij de verste grenzen van het
burgerlijk willen en is de arbeidersklasse in zekeren zin zijn erfgenaam.
Want die demokratie, zijne geliefde, die gelijkheid van rechten en plichten
voor alle menschen waarnaar hij hunkerde, kan niet verwezenlijkt worden dan
in de socialistische maatschappij.
Het socialisme zal de beide zijden van het ideaal van Rousseau, de
individualistische zijde en de sociale, verwezenlijken. Het zal de
bevrijding der persoonlijkheid bereiken, ook van de vrouw, ook van het
kind; het recht van elken mensch zich uit te leven naar de maat zijner
krachten, de vrijheid voor elken mensch, volheid van levensgeluk te
vinden in de innigste verbinding met een ander menschelijk wezen, in de
liefde. Het zal een einde maken aan nood en gebrek en aan brooddronken
weelde, aan den lediggang die het hart verwoest en de ellende die
verstompt. Het zal elken mensch brengen in onmiddellijke aanraking met
de natuur, doordat het allen, kinderen en menschen, zal doen deelnemen
aan de stofwisseling tusschen mensch en natuur, het produktieproces. Het
zal de lasten der gemeenschap verdeelen over alle schouders, instee van
ze op de zwaksten te stapelen. Het zal de groote opeenhoopingen van
menschen opheffen, hun in de steden saamgepakte scharen terugvoeren naar
de ontvolkte landen. Het zal een einde maken aan veroverings- en koloniale
oorlogen, aan de onderdrukking en de verdelging van ekonomisch-achterlijke
volken. Het zal een oogst van broederschap en vrede doen opgaan over de
aarde.
Dit alles wilde Rousseau. Het socialisme zal de hoogste droomen waar
maken die hij droomde, maar waar maken langs banen waarvan hij geen
voorstelling had.
Wanneer de oude verschrikking der dienstbaarheid en de oude
afschuwelijkheid van hebzucht en heerschzucht tot een sprookje geworden
zullen zijn;--wanneer de aarde bedekt zal wezen met vrije, gelukkige
menschen, zalig in broederschap, en met lachende kinderen, tierend in
vrijheid;--wanneer de onrust en de onvree en de wanorde van onze dagen
den vrede en rust en orde der komende zullen hebben voortgebracht, dan
zal de groote Droomer wiens tranen vloeiden, brandend, om zijn bittere
verlatenheid, lachend leven in de harten, een vriend en makker dier
menschen, een stuk van hun bewustzijn, een ader in hun bloed. Omdat
de diepste krachten van zijn wezen gingen naar wat zij bereikt zullen
hebben: de weder-vereeniging van de ver-uiteen geraakten, Natuur en
|