FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214  
215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   >>   >|  
dat uw vaderland altaren voor u oprichten zal." Mme de la Tour schreef vol twijfel en bezorgdheid. De abbe de Mably, een der oudste literaire vrienden van Rousseau, wiens denkbeelden in menig opzicht met de zijnen overeenstemden, maar die in ekonomische zaken veel radikaler dacht: hij had beslist-socialistische neigingen, liet zich in een particulier schrijven zoo grof-misprijzend en beleedigend over den man, die deze "Brieven" geschreven had, uit, ("per slot van rekening is hij dan toch een soort gek. Is hij een Erostratus, die den tempel van Ephesus in brand wil steken? Is hij een Gracchus?"), dat Rousseau hoofdschuddend zeide: "Zoo'n stomme brief kan onmogelijk van Mably zijn," en nauwelijks wou gelooven dat het wel zoo was. En zoo ging het in eenen door: de wereld was tegen hem. Waarom viel men van alle kanten zoo op hem aan? Waarom raakten zijn vrienden in verwarring en schaamden zij zich over hem? Waarom die algemeene afkeuring, dat geloei van haat van menschen, die de woedende tiraden van het tweede "Discours" prachtig gevonden hadden?--Omdat hij in de "Brieven uit de Bergen" _den klassenstrijd_ gepredikt had, niet abstrakt en theoretisch, gelijk in de "Contrat Social," maar reeel en konkreet, den strijd van de kleinen tegen de grooten. Daarom vonden de grooten hem een gevaarlijk dier. Nu was de tijd schoon voor haat en nijd om hem te bespringen; de tijd schoon voor dat schitterend vernuft, dat doordringend verstand, die kleine minne ziel, geel en uitgedroogd door afgunst: Voltaire, om hem laaghartig, verraderlijk te bespringen. Of Voltaire al eerder deel had genomen aan den officieelen en officieuzen veldtocht tegen Rousseau, is niet zeker: er bestaan geen bewijzen voor en hij zelf heeft het later onder eede geloochend, wat natuurlijk niets zegt. Evenmin bewijst het iets, dat toen Rousseau overal verbannen en verjaagd werd, Voltaire den vluchteling deed weten hem met open armen te zullen ontvangen, zoo hij in Ferney een toevlucht zocht. Want ten eerste poseerde Voltaire gaarne voor "de beschermer aller verdrukten," en dan, welk een zoete wraak zou dat geweest zijn: Rousseau als smeekeling te Ferney, gedwongen bij hem bescherming te zoeken. Het was misschien een tegenval geweest voor Voltaire en een grief te meer van hem tegen Rousseau, dat deze niet op het landgoed van den patriarch van Ferney, maar in de staten van den koning-philosooph van Pruisen een wijkplaats zocht. Maar de hoofdgrief was toch: Rouss
PREV.   NEXT  
|<   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214  
215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   >>   >|  



Top keywords:

Rousseau

 
Voltaire
 

Ferney

 
Waarom
 
schoon
 

Brieven

 

bespringen

 

grooten

 
geweest
 
vrienden

landgoed
 

genomen

 

officieelen

 

patriarch

 

eerder

 

laaghartig

 

verraderlijk

 

officieuzen

 
bestaan
 
Daarom

misschien

 

tegenval

 

veldtocht

 

staten

 

afgunst

 

Pruisen

 
philosooph
 
schitterend
 

gevaarlijk

 
wijkplaats

hoofdgrief

 
vernuft
 

vonden

 
uitgedroogd
 
koning
 

doordringend

 
verstand
 

kleine

 

zullen

 
ontvangen

smeekeling

 

gedwongen

 

toevlucht

 

eerste

 

poseerde

 

gaarne

 
verdrukten
 

vluchteling

 

geloochend

 

natuurlijk