FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226  
227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   >>  
enig opzicht hun staatkundige en sociale idealen belichaamde. Beide kenden de taal of leerden haar spoedig, wilden haar leeren om kontakt te krijgen met de nieuwe wereld die voor hen openging, om den geest, de gedachte, de instellingen en zeden dier wereld in zich te kunnen opnemen. Beider leven bewoog zich nog, en zou zich nog lang bewegen, in de opgaande lijn. Voor Rousseau daarentegen was, toen hij in Engeland een toevlucht zocht, de tijd van levens-neergang gekomen. Zijn enthousiasme voor de publieke zaak was uitgedoofd, zijn strijdmoed gebroken, in hem was geen andere begeerte dan naar rust. Hij had vroeger een paar maal gepoogd Engelsch te leeren, maar met weinig succes, en gedurende zijn verblijf in Engeland schijnt hij er niet de minste moeite meer toe gedaan te hebben: na verscheiden maanden beweerde hij nog slechts enkele woorden te kennen. Dit maakte dat hij zoo goed als geheel geisoleerd was, machteloos tot eenig geestelijk verkeer met de natie in wier midden hij leefde. En de omstandigheid dat dit isolement niet vrijwillig maar gedwongen was, moest hem een gevoel geven van groote verlatenheid. Dit was nog niet het ergste. Zich niet verstaanbaar te kunnen maken is onaangenaam en lastig, niets te kunnen verstaan echter van wat anderen zeggen, is voor een mensch, neigend tot ergdenkendheid, het ellendigste wat er bestaat; telkens meent hij dat men kwaad van hem spreekt of zich vroolijk over hem maakt; hij kan niet anders, zijn wantrouwen wordt voortdurend opgewekt. Rousseau, in wiens bewustzijn de argwaan monsterachtige afmetingen had aangenomen, werd door het feit van niet te kunnen verstaan wat anderen zeiden, tot razernij geprikkeld: hij verviel in den waan, dat het geheele engelsche volk tegen hem complotteerde. Zijn onkunde van de taal maakte hem natuurlijk uitermate afhankelijk van Hume, die niet enkel als zijn gids en beschermer fungeerde, maar feitelijk zoo goed als zijn eenig middel van verbinding met de buitenwereld was. Een gevoel van wrevel tegen deze afhankelijkheid zou waarschijnlijk, hoe dan ook, spoedig hun verhouding vertroebeld en bedorven hebben: het was tegen zijn natuur, zich zoo zeer in de macht van eenig mensch te geven. In elk geval vereischte deze verhouding van de zijde van Hume veel takt en omzichtigheid. Maar Hume bezat geen takt, dit blijkt uit de wijze, waarop hij in bijzijn van anderen met zichtbaar genot over Rousseau ridderde en hem patroniseerde. Hij en Rousseau waren ook vo
PREV.   NEXT  
|<   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226  
227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   >>  



Top keywords:

Rousseau

 

kunnen

 
anderen
 

verhouding

 
Engeland
 

maakte

 

hebben

 
wereld
 

mensch

 

leeren


spoedig

 

gevoel

 

verstaan

 
bewustzijn
 

aangenomen

 

echter

 
zeggen
 

monsterachtige

 

argwaan

 

afmetingen


wantrouwen
 

spreekt

 
zeiden
 
vroolijk
 

telkens

 
neigend
 

voortdurend

 

ergdenkendheid

 

ellendigste

 

anders


bestaat

 

opgewekt

 

vereischte

 
omzichtigheid
 

bedorven

 

natuur

 

ridderde

 

patroniseerde

 

zichtbaar

 

bijzijn


blijkt

 

waarop

 
vertroebeld
 

onkunde

 

complotteerde

 

natuurlijk

 

uitermate

 

afhankelijk

 

engelsche

 
geprikkeld