FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227  
228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   >>  
lstrekt geen menschen voor elkaar. De onaandoenlijkheid en het phlegma van den zelfgenoegzamen schotschen wijsgeer moesten den prikkelbaren en overgevoeligen dichter koud op 't lijf vallen, en Hume van zijn kant moest de onbeheerschte uitingen van zijn beschermeling in zijn hart weinig sympathiek en kinderachtig vinden. Hoe innerlijk vreemd de twee tegenover elkander stonden, blijkt o.a. uit een der "bewijzen" die Rousseau na zijn breuk met Hume, voor diens "verraad" aanhaalde: toen Rousseau op een goeden dag in een oogenblik van hevige gemoedsaandoening, Hume snikkend om den hals viel, had deze als eenig antwoord hem een paar keer kalmeerend op den schouder geklopt, herhalend: "maar mijn lieve meneertje, kom kom, mijn lieve meneertje." De sceptische Schot vond zoo'n scene waarschijnlijk bijzonder pijnlijk. Bij deze onvereenigbaarheid van humeur kwamen verschillende omstandigheden, die in Rousseau, gelijk hij nu eenmaal was, wantrouwen tegen Hume moesten opwekken. Terwijl Rousseau nog in Parijs was, had daar in de salons een brief de rondte gedaan, zoogenaamd door Frederik van Pruisen aan hem gericht. De koning bood den beroemden schrijver een toevlucht aan in zijn rijk en besloot aldus.... "Zoo ge het wilt, zal ik u goed doen; maar zoo ge er in volhardt mijn hulp te weigeren, moet ge niet verwachten dat ik dit aan iemand meedeelen zal. Zoo ge blijft voortgaan met u het hoofd te breken over het middel om nieuwe rampen op u te laden, laat ik u de vrije keus: ik ben koning, ik kan ze u bezorgen net gelijk ge wenscht en, wat uw vijanden zeker niet zullen doen, ik zal ophouden met u te vervolgen, wanneer ge er niet langer uw roem in zult stellen vervolgd te worden." Men kan dezen brief moeilijk anders dan een ongepaste en onbehoorlijke grap noemen. Ook zoo men aanneemt dat Rousseau meer toegankelijk was voor ijdelheid en roemzucht, dan hij zich verbeeldde te zijn, teekent de voorstelling alsof hij eigenlijk voor zijn pleizier in half Europa vervolgd en uit Frankrijk en Zwitserland verjaagd was geworden, den opsteller van den brief als een kleingeestig mensch, vervuld van spijtachtigheid om Rousseau's vermaardheid, en dien zijn grootheid en het tragische van zijn lot ontging. Het was Horace Walpole, in dien tijd zeer in de mode in de Parijsche salons, die op een vroolijk diner, samen met andere letterkundigen, dezen "grappigen" brief had opgesteld. Rousseau kreeg hem pas in Engeland onder de oogen. Ook een evenwichtig
PREV.   NEXT  
|<   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227  
228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   >>  



Top keywords:

Rousseau

 

moesten

 
vervolgd
 

gelijk

 
koning
 

salons

 

meneertje

 
grootheid
 

nieuwe

 

rampen


bezorgen

 

vijanden

 

zullen

 
vermaardheid
 

grappigen

 

opgesteld

 
wenscht
 

middel

 

Engeland

 

verwachten


ontging
 

evenwichtig

 
weigeren
 
Horace
 

tragische

 
breken
 

voortgaan

 

blijft

 

iemand

 

meedeelen


ophouden

 

wanneer

 

toegankelijk

 
ijdelheid
 

roemzucht

 

aanneemt

 

Zwitserland

 

Frankrijk

 

verbeeldde

 

Parijsche


Europa

 

pleizier

 
eigenlijk
 

teekent

 

voorstelling

 

vroolijk

 

noemen

 

spijtachtigheid

 

worden

 
vervuld