rtelaarskroon. De glorie van het martelaarschap maakte, dat vrouwen en
jongelingen vooral, dat alle gevoelige naturen hem niet enkel bewonderden,
maar dwepend aanbaden. Half Europa lag aan de voeten van Voltaire, maar
Rousseau leefde in duizenden harten, een zacht-gekoesterde heilige.
Brieven stroomden hem toe van alle kanten; brieven bij honderden, als
hij een dag of wat van huis geweest was kon hij er haast niet doorkomen
en de hooge onkosten aan porto mishaagden hem zeer. Reeds 't lezen was
een plaag voor hem; 't antwoorden een veel ergere. Vele der
briefschrijvers schreven enkel uit behoefte, om hun bewondering voor
zijn werken te luchten, die zij in hun hart niet zooveel minder
gewichtig vonden als die werken zelf. Zulken beantwoordde hij somtijds
met een ontstemden uitval, somtijds met bijtende spot die voor de
onbescheiden briefschrijvers niet pleizierig geweest moet zijn. Andere
wilden disputeeren over den godsdienst; de meeste vroegen om raad in
persoonlijke aangelegenheden van allerlei aard. Een prins wilde zijn nog
ongeboren spruit opvoeden volgens de beginselen van den "Emile" en
overstelpte Rousseau met details over de inrichting der kraamkamer; een
jongeling wilde met zijn moeder breken, afstand doen van titel en goed,
om als ambachtsman zijn brood te verdienen; een onbegrepen vrouw zocht
bij hem vastheid voor haar gemoed. Zijn raad ging altijd in de richting
van gematigdheid, afhoudend van uiterste handelwijzen, van elk ruw
breken met geworden verhoudingen. Hij ried een ieder om te blijven in
zijn godsdienst en in zijn staat, eenvoudig en zuiver te leven, zooveel
mogelijk goed te doen; hij verklaarde telkens en telkens weer, dat het
opvoedingsplan van "Emile" niet letterlijk gevolgd kon en mocht worden:
hij had daarmee bedoeld, de algemeene richting aan te geven waarin de
opvoeding zich moest bewegen, niet meer.
Er is in zijn talrijke brieven van raadgeving niets van de heetheid van
den fanaticus, den stichter eener sekte, die zijn discipelen een
bepaalden vorm van leven en denken opdwingen wil. Integendeel: niets
verschrikte hem zoo zeer als de geexalteerde geestdriftigheid die
onbekookt zijn ideeen in daden omzetten wou. De levenswijsheid van wie
veel-ervaren en veel geleden en geduld heeft geleerd, lag aan deze
houding ten grondslag; en ook wel een weinig het sociaal-konservatisme
van den angstigen kleinburger en de afkeer van den geboren droomer voor
het onherroepelijke van de daad.
Behalve briev
|