FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223  
224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   >>  
ken: de "Confessions" en de "Reveries." Maar zijn moreele veerkracht was gebroken, geheel en voor goed. De hooge ideeen, die hem ontroerd en opgetogen, en de krachten van zijn wezen tot 't uiterste hadden gespannen, verwaasden; hij werd zijn eigen middelpunt, hij voelde zich nog slechts bewogen over zichzelven. Hij dook onder in droevige mijmeringen over wat hem, den onschuldige, die naar 't goede gestreefd had, was aangedaan; hij bebroeide zijn naargeestige gedachten, tot ze in monsterlijke weligheid opschoten en vermeerderden in alle windingen van zijn bewustzijn; zonder wil, zonder moed, zonder hoop, zonder krachten, gaf hij zich weerloos over aan den vijand, die al lang op de loer lag in duistere diepten van zijn wezen: broeiende, borende melancholie. * * * * * Maar eerst nog die zachte straal voor de jaren van duisternis, van waanzin en rusteloos zwerven: St. Pierre, het liefelijk eiland in het liefelijk meer. Als een hooge, groene schildpad rijst het boven het water; de heuvelrug is een hoog dicht loof woud van eiken en beuken, kastanjes en noteboomen, met reuzen-sparren en altijd-groene struiken gemengd; tegen zijn flanken klimmen de boomgaarden op en beneden aan den oever spreiden zich welige landouwen. In het voorjaar strooien honderde bloesemboomen hun teere pracht uit over de weilanden, die schitteren van witte en gele sterren; in 't najaar glinstert tusschen de takken het rijpe rood-gouden ooft. De lucht is er zoet van bloemengeur en van de kruidige geur der naaldboomen en heesters, de lucht is er vol vogelengeschal en gezoem van insekten; het is alles heerlijkheid, streeling der zinnen, paradijs-weelde, een bad van geneugten voor zinnen en ziel. Er staat een huis op het eiland; omlaag tusschen de weien staat het aan den voet der boomgaarden, aan den ingang van een laan van reuzen- populieren, dik met klimop begroeid, die voert naar den zandigen oever. De rentmeester woont er met zijn gezin, heden nog, evenals toen Rousseau er voor bijna honderd-vijftig jaar neerstreek, een moegestreden overwonneling. Een groote ontspanning kwam over hem, een zalige vergetelheid; hij wist niets meer, wilde niets meer weten van de onvree der wereld; zijn boeken en papieren, die Therese had meegebracht, liet hij onuitgepakt; met zijn Linnaeus onder den arm, zwierf hij door bosch en wei, beschouwde, vergeleek, ontleedde; hij was juist begonnen om de bevruchtings-inrichting der planten te bes
PREV.   NEXT  
|<   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223  
224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   >>  



Top keywords:

zonder

 
eiland
 

reuzen

 
groene
 
tusschen
 

zinnen

 

krachten

 

boomgaarden

 
liefelijk
 
weilanden

paradijs
 

omlaag

 

ingang

 

weelde

 

geneugten

 

streeling

 

naaldboomen

 

bloemengeur

 
gouden
 
glinstert

sterren

 

takken

 

kruidige

 

vogelengeschal

 

gezoem

 

insekten

 
schitteren
 
najaar
 

heesters

 
heerlijkheid

Rousseau

 
onuitgepakt
 

Linnaeus

 
zwierf
 
meegebracht
 

Therese

 
onvree
 

wereld

 

boeken

 
papieren

inrichting

 

bevruchtings

 

planten

 

begonnen

 

beschouwde

 

vergeleek

 
ontleedde
 

evenals

 

pracht

 

rentmeester