FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222  
223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   >>  
ken, te midden van een achterlijke plattelands-bevolking, de kerkelijke demagogie zou kunnen weerstaan. Zonder zich te bekommeren om het feit, dat de senaat van Bern hem drie jaar geleden het grondgebied der stad ontzegd had, begaf Rousseau zich van uit Motiers naar het eilandje St. Pierre, in het meer van Bienne, dat aan het hospitaal van Bern behoorde en heden nog behoort. Hij was er eenmaal geweest op een van zijn zwerftochten; en hem lokte de welige vrede van dit aardsche paradijs. Hij was grenzeloos moe van hart, moe van den strijd en de menschen. Hij wilde rusten, hij wilde niets anders meer. Na die steeniging van Motiers heeft hij nooit meer iets anders gewild als rust en vergetelheid; hij heeft zijn stem niet meer verheven voor de idealen van recht en vrijheid, hij heeft niet meer de liefde tot de makkers, de begeerte voor het heil der menschheid te leven en te sterven als een heerlijke warmte in zich gevoeld. Zijn hart is nooit meer uitgegaan tot de menschen: dat hart was verscheurd door 't gezicht van de haat des volks. Hij had droomen gedroomd, en zij waren gebroken; hij had gestreden en in alles gefaald. Hij had voor God getuigd, alleen onder de ongeloovigen, nu was hij uitgeworpen als een godloochenaar. Hij had wettelijkheid boven alles gesteld en gemaand tot vrede, nu werd hij uitgekreten voor een oproermaker, een aanstoker van burgertwist. Hij had zijn vaderstad verheerlijkt als de stut der gerechtigheid, haar instellingen aan die van alle staten ten voorbeeld gesteld, haar vroede mannen geprezen als wijs en beleidvol: nu hadden die instellingen zich tegen hem gekeerd en die vroede mannen hem onrechtvaardig veroordeeld; en zijn stad, de stad die hij nooit kon naderen zonder dat zijn hart hoog begon te kloppen als voor een geliefde, had hem beladen met smaad. Hij was zijn leven lang de vriend der armen geweest, der eenvoudigen en nederigen, hun had hij de teerheid van zijn hart gegeven, hij had gesidderd van toorn over wat aan hen misdaan werd, hij had snijdend en scherp als geen ander de grooten aangeklaagd, die hen verdrukten; nu hadden de kleinen hem verjaagd uit hun midden, met steenen, als een dolle hond. Wat deed hij nog op aarde? Hij voelde verder leven als doelloos. Hij leefde nog vijftien jaar na dien slag, hij genoot nog van de natuur en van zachte herinneringen, hij was nog vatbaar voor vele aandoeningen en sensaties en genoot het uitbeelden daarvan, hij schreef nog twee meesterlijke wer
PREV.   NEXT  
|<   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222  
223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   >>  



Top keywords:

hadden

 
geweest
 

gesteld

 
menschen
 
midden
 

instellingen

 

anders

 

genoot

 
mannen
 
Motiers

vroede
 

kloppen

 

vriend

 

geliefde

 

beladen

 

gemaand

 

veroordeeld

 

vaderstad

 
voorbeeld
 
geprezen

staten

 

gerechtigheid

 

verheerlijkt

 

beleidvol

 

naderen

 

uitgekreten

 
zonder
 
oproermaker
 

aanstoker

 
gekeerd

burgertwist

 
onrechtvaardig
 

snijdend

 
natuur
 
zachte
 

vijftien

 
voelde
 

verder

 

doelloos

 
leefde

herinneringen

 

vatbaar

 

schreef

 

meesterlijke

 

daarvan

 

uitbeelden

 
aandoeningen
 

sensaties

 

misdaan

 

scherp