rminkt voor te stellen, zooals hij het Christendom
wil omverwerpen dat hij waagt te belijden? Het zij voldoende te waarschuwen
dat de stad die hij verontrusten wil hem met afkeer verloochent. Zoo hij
gedacht heeft, dat wij voor den roman "Emile" het zwaard zouden trekken,
kan hij die gedachte rekenen onder zijn dwaasheden en zotternijen te
behooren. Maar men moet hem leeren dat, zoo men tegen een godlasterend
schrijver genadig handelt, _men een gemeenen oproermaker straft met den
doodstraf_."
Voltaire optredend als verdediger van godsdienst en goede zeden;
Voltaire de overheid ophitsend om een mensch wegens het uiten eener
meening met smadelijken dood te straffen. Voltaire, de zeventigjarige
vorst der letteren, de gevierde, de vergoodde, afdalend tot de lage en
platte gemeenheid van dit pamphlet! Het is begrijpelijk dat Rousseau,
ondanks zijn ziekelijk wantrouwen tegen alles wat van dien kant kwam,
geen oogenblik vermoedde dat Voltaire de schrijver van deze vuile
verdachtmakingen, deze laster, waarheidsverdraaiing en laffe ophitserij
kon zijn. Hij hield daarvoor een ander, den predikant Vernes, waarmee
hij vroeger zeer bevriend geweest was en was van die gedachte niet af te
brengen, hoe de man zijn onschuld ook bezwoer.
Het smaadschrift van Voltaire--een brochuretje van een bladzijde of
zeven-acht--werd op groote schaal verspreid, ook onder de bevolking van
Motiers. De aantijgingen, ten deele onzinnig, als dat Rousseau schuldig
zou zijn aan den dood van de moeder van Therese (een verre uitlooper der
oude malle praatjes van Diderot) ten deele de meest kwetsbare plek in
zijn leven, het te vondeling leggen zijner kinderen rakend, waren juist
geschikt om indruk te maken op de bekrompen boerenhersens. Dit, en 't
bekend worden van zijn onregelmatige verhouding met Therese, waren
natuurlijk prachtmiddelen om den verheerlijker van burgerlijke
eerbaarheid en burgerlijken familiezin als een schijnheilige slechtaard
voor te stellen, een monster van ontaarding. Aan de rechtzinnige
dorpsbewoners moest een man, die de kerkelijke instellingen aanviel, het
wondergeloof en de openbaring verwierp, een zedeloos leven had geleid,
zijn kinderen verstooten had en in vrije liefde met zijn huishoudster
samen woonde, wel de baarlijke duivel toeschijnen. Een geest van
vijandelijkheid kwam in het dorp tegen hem op en werd in den loop van
het jaar '65 al erger; Therese, die door de vrouwen aanvankelijk
vriendelijk was bejegend, kreeg nu de voll
|