FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193  
194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   >>   >|  
esterkaste, geen afzonderlijke klasse van intellektueelen. De burgers zijn niet allen gelijk in aanzien en vermogen, maar de verschillen tusschen hen zijn gering: waar zij dreigen toe te nemen grijpt de overheid in en herstelt de bedreigde gelijkheid. De intellektueele tegenstellingen zijn niet grooter dan de sociale: evenmin als in kapitalisten en proletariers, zijn de burgers verdeeld in hand- en hersen-arbeiders. Allen nemen deel aan de produktie, allen hebben deel aan de kultuurschatten der menschheid en het bestieren van het gemeenebest. De zeden zijn eenvoudig, maar niet spartaansch. Er is geen weelde of overdaad, maar er is overvloed van al wat noodig is tot een behagelijk leven. Kalme tevredenheid en broederlijke zin vervullen de harten dezer menschen, zacht en gelijkmatig vlieden hun dagen voort in rustigen arbeid en blijde ontspanning. Hun harten verheffen zich dankbaar tot den schepper aller dingen, den oorsprong des levens; niet in tempels eeren zij hem, geen menschelijke of goddelijke middelaars hebben zij tusschen zich en het opperwezen noodig; hun godsdienst eischt geen leege ceremonien; in de eenzaamheid der natuur brengen zij God hulde, en dienen hem door de zedewet te vervullen, die hij in hun harten heeft gegrift. Welig bloeit, in de omschaduwde sfeer van het huiselijk leven, de teere plant van menschelijk geluk. Liefde drijft ranken en bloesems tusschen jongemannen en meisjes, tusschen ouders en kinderen, tusschen broers en zusters, tusschen magen en vrienden. Men eert den ouderdom om de gaven die hij bezit van raad en wijsheid. Uit de zilverige stilte van het huis glanst den man als hij heem-keert een klaren glimlach tegen: over den rozigen zuigeling buigt zich het zachte gelaat der aanminnige vrouw. Vrolijk en vrij dartelen de krachtige bloeiende kinderen, genietend in wilde zorgenlooze uitgelatenheid hun jeugd. Werkzaam leeft het volk, de massa der burgers, winnend door dagelijkschen arbeid het dagelijksch brood, maar niet slovend als knechten. Het brood, door arbeid gewonnen, wordt met vreugde gegeten. Als het jaar zich wendt van winterslaap naar nieuwe beloften, als de Mei lacht over de beemden, als de oogst in de schuren gestapeld wordt, of de wijndruif geperst tot geurigen most, dan verheugt zich het landvolk en verzamelt zich tot feesten. In de steden uit zich de levenskracht en levensvreugd der burgers in velerlei wedstrijden van de in schieten, worstelen, roeien en zwemmen bedrevenen.
PREV.   NEXT  
|<   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193  
194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   >>   >|  



Top keywords:

tusschen

 

burgers

 

harten

 

arbeid

 
hebben
 
vervullen
 

kinderen

 

noodig

 

dartelen

 

rozigen


krachtige

 
bloeiende
 

gelaat

 

zachte

 
Vrolijk
 

zuigeling

 
aanminnige
 
zilverige
 
zusters
 

vrienden


ouderdom

 

broers

 
ouders
 

ranken

 

drijft

 
bloesems
 

jongemannen

 

meisjes

 
glanst
 
klaren

stilte
 

wijsheid

 
genietend
 
glimlach
 

dagelijksch

 

geurigen

 

verheugt

 

landvolk

 
verzamelt
 

geperst


wijndruif

 
beemden
 

schuren

 

gestapeld

 

feesten

 

worstelen

 

schieten

 

roeien

 

zwemmen

 

bedrevenen