FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167  
168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   >>   >|  
, in dat hoofd tot een idealen staat herschapen. Immers in Geneve bestond nog, hoe ook tot machteloosheid ontaard, de instelling van de algemeene vergadering der burgers: de kleinheid der stad en het gering aantal dergenen die het volle burgerrecht bezaten maakte het vertegenwoordigend stelsel onnoodig. Rousseau zag zeer goed in, dat de ekonomische voorwaarden tot verwezenlijking van zijn staatkundige idealen betrekkelijke gelijkheid van bezit en geringe ontwikkeling der klasse-tegenstellingen waren. Nergens komen de konsequenties van zijn kleinburgerlijk bewustzijn beter uit, dan in zijn standpunt ten opzichte van den eigendom. Men heeft zich somtijds op een enkele uitlating in het heftigste en meest onbeheerschte zijner werken beroepen, om hem socialistische neigingen toe te schrijven, die hem volkomen vreemd waren.[44] Zeker kan men uit deze uitlating een vijandige gezindheid tegen het privaat-eigendom afleiden, echter alleen wanneer men haar op zichzelven beschouwt, los van het verband waarin zij staat en van de algemeene en konsekwente denk- en wils-richting van den schrijver. Wel haatte Rousseau van ganscher harte de opstapeling van den rijkdom in enkele handen, maar het socialistisch inzicht dat de rijkdom door de gemeenschap geschapen, ook aan de gemeenschap terug behoort te keeren, lag geheel en al buiten zijn geestelijken horizon. Hij beschouwde integendeel het privaat-eigendom als het fundament van alle maatschappelijke orde. In zijn artikel over de politieke economie omschrijft hij het eigendomsrecht als "het heiligste van alle burgerlijke rechten, in zeker opzicht nog belangrijker dan de vrijheid." In het "Discours" over den oorsprong der ongelijkheid, het geschrift waarin de z.n. "socialistische" uitval tegen het privaateigendom van grond en bodem voorkomt, toont hij op een andere plaats aan, hoe uit dit eigendom de eerste regels der gerechtigheid zijn voortgesproten. Deze uitval is niets anders als een zucht over het verloren Paradijs van het oorspronkelijk communisme, dat naar Rousseau meende aan het tot stand komen van alle maatschappelijke instellingen was voorafgegaan. Maar zoo hij het eigendom verheerlijkt, het is alleen en uitsluitend het kleinburgerlijke en klein-boersche, door eigen arbeid verworvene; elk op uitbuiting berustend eigendom verwierp hij als in de hoogste mate onzedelijk en ingaande tegen de gerechtigheid. "De arbeid," luidt het in het "Contrat Social," "de ontginning van den bodem
PREV.   NEXT  
|<   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167  
168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   >>   >|  



Top keywords:

eigendom

 

Rousseau

 
enkele
 

gerechtigheid

 

uitlating

 

maatschappelijke

 

waarin

 

rijkdom

 

alleen

 

privaat


socialistische

 

gemeenschap

 

uitval

 

algemeene

 

arbeid

 

idealen

 
omschrijft
 

politieke

 

economie

 

onzedelijk


ingaande

 

heiligste

 

belangrijker

 

vrijheid

 
hoogste
 

opzicht

 

eigendomsrecht

 
burgerlijke
 

rechten

 
geheel

buiten
 
geestelijken
 

keeren

 

ontginning

 

behoort

 

horizon

 

Discours

 
Contrat
 
fundament
 

beschouwde


integendeel

 
Social
 
artikel
 

verwierp

 

anders

 

verheerlijkt

 
regels
 

uitsluitend

 

voortgesproten

 

verloren