FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263  
264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   >>   >|  
jaren slechts een man gevangen heeft gezeten. De commandant zag Gesius scherp aan en zeide: Wees voorzichtig! Weet gij wel waar gij Gratus van beschuldigt? Gesius boog het hoofd en zeide: Hij kon zich vergist hebben. --Neen, riep de commandant heftig, dat kon hij niet. Hebt gij niet zelf gezegd dat gij acht jaren lang water en brood gegeven hebt voor drie personen? --Gij hebt nog slechts de helft van het verhaal gehoord, commandant. Als gij alles gehoord zult hebben, zult gij mij gelijk geven. Gij weet wat ik met den man deed: ik liet hem een bad geven, haar en baard scheren en aankleeden. Toen bracht ik hem naar buiten en liet hem in vrijheid heengaan. Ik had met hem afgedaan. Een uur geleden kwam hij terug en werd voor mij gebracht. Door allerlei gebaren, zelfs door tranen, gaf hij zijn verlangen te kennen, om weer naar de cel teruggebracht te worden. Ik gaf het bevel daartoe. Toen zij hem wegleidden keerde hij op eens terug, viel op de knieen voor mij neder en beduidde mij, dat ikzelf hem moest vergezellen. Ik voldeed aan zijn verzoek. De twee geheimzinnige andere gevangenen speelden mij door het hoofd. Ik was er niet gerust op. Nu ben ik blij, dat ik gehoor gaf aan zijn verlangen. Alle aanwezigen luisterden met gespannen aandacht, doodelijke stilte heerschte in het vertrek. --Zoodra de gevangene bemerkte dat hij weer in zijn oude cel was, vervolgde Gesius, greep hij mijne hand en geleidde mij naar een gat in den muur, even groot als dat, waardoor wij gewoon waren hem zijn rantsoen te geven. Gisteren was het aan mijne aandacht ontsnapt. Steeds mijne hand vasthoudende legde hij zijn mond voor de opening en gaf een schreeuw. Een zwakke stem antwoordde. Ik was verbaasd, trok hem op zijde, en riep: Hola, wie daar? In het begin kreeg ik geen antwoord. Ik riep nogmaals en hoorde toen deze woorden: O, God, ik dank U! Commandant, het was de stem van een vrouw. Ik vraagde: Wie zijt gij? en het antwoord luidde: Een Israelitische vrouw. Ik ben hier levend begraven met mijne dochter. Help ons gauw, of wij sterven. Ik riep haar toe nog even geduld te hebben en spoedde mij tot u, om uwen wil te vernemen. De commandant stond haastig op. Gij had gelijk, Gesius, zeide hij. Ik begrijp er alles van. De kaart was valsch en het verhaal van de drie gevangenen was een leugen. Er zijn betere Romeinen dan Valerius Gratus. --Ja, antwoordde de gevangenbewaarder. De oude man gaf twee porties water en brood aan de vrouwen.
PREV.   NEXT  
|<   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263  
264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   >>   >|  



Top keywords:

Gesius

 

commandant

 

hebben

 

antwoordde

 
gelijk
 

gehoord

 

antwoord

 

verhaal

 
verlangen
 

Gratus


aandacht
 
slechts
 

gevangenen

 

Steeds

 

geleidde

 

Gisteren

 

vasthoudende

 

rantsoen

 

opening

 

ontsnapt


gewoon
 

verbaasd

 

waardoor

 

zwakke

 

schreeuw

 

vernemen

 
haastig
 
begrijp
 

geduld

 
spoedde

valsch

 

gevangenbewaarder

 
porties
 

vrouwen

 

Valerius

 
leugen
 
betere
 

Romeinen

 

sterven

 

Commandant


vraagde

 

hoorde

 

woorden

 
dochter
 

begraven

 
luidde
 

Israelitische

 

vervolgde

 

levend

 
nogmaals