FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275  
276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   >>   >|  
zelfde oogenblik dat zij hem vond, moest zij voor altijd afscheid van hem nemen, dat, zij wist het, werd van haar geeischt. Bittere, bittere gedachte! Zij knielde naast hem neder en drukte zacht hare lippen tegen de zool van zijn sandaal, hoe bestoven die ook was; zij kuste die nog eens en nog eens. Haar gansche ziel lag in die kussen. Daar bewoog hij zich weer en prevelde in zijn slaap: Moeder ... Amrah, waar is ... Het was bijna te veel voor de arme vrouw. Zij drukte haar gelaat tegen de steenen, om haar snikken te smoren, want haar hart dreigde te breken. Bijna wenschte zij dat hij wakker mocht worden. Hij dacht immers aan haar in den slaap, en mocht hij dan niet weten, dat zij zoo dicht bij hem was? Maar de tijd drong. Zij stonden op ... nog een langen blik, een laatste blik, en weer staken zij de straat over. In de schaduw zetten zij zich neer, wachtend, ja, waarop? Op het een of ander, zij wisten zelf niet wat. Nog niet lang hadden zij zoo gezeten, of een andere vrouw kwam den hoek van het huis om. Zij zagen haar duidelijk: een kleine vrouw, gebogen van houding, donker van kleur, eenvoudig, maar netjes gekleed. Zij had een mand met eetwaren bij zich. Toen zij den man op de stoep bemerkte bleef zij staan, bezon zich echter en kwam zachtkens naderbij. Zonder hem aan te raken ging zij naar de poort, en stak hare hand door eene in de linkerdeur aangebrachte opening. Een van de planken week op zij, de vrouw schoof er de mand door en wilde zelve volgen, toen zij, door nieuwsgierigheid gedreven, nog even staan bleef om een blik op het gelaat van den vreemdeling te werpen. De toeschouwers van den overkant hoorden een verbaasden uitroep, zagen dat de vrouw haren oogen wreef, alsof zij een droombeeld dacht te zien,--zij zagen haar zich over hem heenbuigen, de hand des slapers vatten en met kussen overdekken ... wat moeder en zuster ook zoo gaarne zouden gedaan hebben, maar niet durfden. Door die aanraking gewekt trok Ben-Hur zijne hand terug, en zag tegelijkertijd de vrouw aan. Daar sprong hij overeind en riep blijde: Amrah! o Amrah! Zijt gij daar eindelijk? Zij antwoordde niet, maar viel hem om den hals en snikte luid. --Goede Amrah, hoorde zijne moeder hem zeggen, wat ben ik blij u te zien; maar zeg mij gauw wat gij van moeder en Tirza weet. Waar zijn zij? Gij hebt haar natuurlijk gezien. Zijn zij thuis? Maar Amrah schreide slechts te heviger. Tirza maakte een beweging, maar de moeder, haar voorne
PREV.   NEXT  
|<   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275  
276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   >>   >|  



Top keywords:

moeder

 
gelaat
 
drukte
 

kussen

 
overkant
 
toeschouwers
 

werpen

 

gedreven

 

vreemdeling

 

hoorden


droombeeld

 

verbaasden

 
uitroep
 

natuurlijk

 
gezien
 

heviger

 

maakte

 
linkerdeur
 

aangebrachte

 

beweging


voorne

 

opening

 

slechts

 

heenbuigen

 

volgen

 
schoof
 

planken

 

schreide

 
nieuwsgierigheid
 

overdekken


overeind

 

zeggen

 

sprong

 

tegelijkertijd

 
blijde
 

antwoordde

 

snikte

 

eindelijk

 

hoorde

 
zuster

gaarne
 
zouden
 

slapers

 

vatten

 

gedaan

 

aanraking

 

gewekt

 

hebben

 
durfden
 

Moeder