FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292  
293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   >>   >|  
chje ter linkerzijde gaf de plaats aan waar de bron te vinden was. Het water stroomde uit een rotsspleet, die door een zorgende hand verbreed was, en waarboven in groote letters het woord GOD in het Hebreeuwsch gegraveerd stond. Zonder twijfel had hij, die de letters in den steen gegrift had, hier dagen lang getoefd, en op deze wijze zijne dankbaarheid geuit. Ben-Hur en de gids stegen af, de Ethiopier deed den kameel nederknielen, zoodat Balthasar en Iras de tent konden verlaten. De Egyptenaar keerde zijn gelaat naar het Oosten, vouwde de handen eerbiedig en bad. --Geef mij een beker, beval Iras ongeduldig, en toen de Ethiopier haar onhandig een kristallen beker had gebracht, zeide zij tot Ben-Hur: Ik zal u bedienen. Te zamen wandelden zij naar de bron. Hij wilde water voor haar scheppen, maar zij stond het hem niet toe, knielde neder, vulde zelve den beker en bood hem dien aan. --Neen, neen, zeide hij, het is aan mij u dezen dienst te bewijzen. Zij bleef echter aandringen, er bijvoegende: Wij, Egyptenaren, zoon van Hur, hebben een spreekwoord: Beter de schenker te zijn van den gelukkige, dan raadsman van een koning. Nu voegde Balthasar zich bij hen. --Wij zijn u zeer verplicht, zeide hij, deze vallei is liefelijk; het gras, de boomen, de schaduw noodigen ons tot een rustig verblijf. De bron fonkelt in den zonneschijn en spreekt tot mij van een God vol liefde. Blijf bij ons en zit met ons aan. --Laat ik u dan eerst met een dronk mogen verkwikken, zeide de jonkman, hem een vollen beker aanbiedende. Intusschen had de slaaf de tent opgeslagen en alles voor het ontbijt in gereedheid gebracht, waaraan door de reizigers alle eer bewezen werd. * * * * * DERDE HOOFDSTUK. ONSTERFELIJKHEID. De koele atmosfeer, de schoone bloemen, de sabbatsstilte, alleen verbroken door het zachte ruischen van het water en het gonzen der insecten, brachten den Egyptenaar in een opgewekte stemming. --Toen wij u inhaalden, zoon van Hur, zeide hij, was uw gelaat naar Jeruzalem gekeerd. Mag ik u vragen of dat het doel uwer reis is? --Ja, ik ben op weg naar de Heilige Stad. --Wij ook, en daar ik mijne krachten sparen moet wensch ik er zoo spoedig mogelijk te zijn. Kunt gij mij ook zeggen, of er een korter weg is, dan die over Rabbath Ammon? --Ik ga over Gerasa, en Rabbath Gilead, dat is veel korter, maar ook vermoeiender. --Ik verlang naar het einde van de reis, zeide B
PREV.   NEXT  
|<   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292  
293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   >>   >|  



Top keywords:

korter

 
Balthasar
 
Ethiopier
 

Egyptenaar

 
gelaat
 
gebracht
 

Rabbath

 

letters

 

waaraan

 

gereedheid


zonneschijn

 

reizigers

 
noodigen
 

HOOFDSTUK

 
schaduw
 

liefde

 

bewezen

 
verlang
 

verkwikken

 

spreekt


jonkman

 

rustig

 

verblijf

 

ONSTERFELIJKHEID

 

vollen

 
opgeslagen
 

Intusschen

 

aanbiedende

 
fonkelt
 

ontbijt


krachten

 

sparen

 

Heilige

 

wensch

 
zeggen
 

Gerasa

 

spoedig

 

Gilead

 

mogelijk

 
vragen

alleen
 
verbroken
 

zachte

 

ruischen

 

sabbatsstilte

 

atmosfeer

 

schoone

 

bloemen

 
vermoeiender
 

gonzen