FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332  
333   >>  
onnist, vervolgde de man. Met het aanbreken van den dag brachten zij hem voor Pilatus. Tweemaal verklaarde de Romein hem voor niet schuldig; tweemaal weigerde hij hem over te leveren. Eindelijk waschte hij zijne handen, en zeide: Ik ben onschuldig aan het bloed van dezen rechtvaardige! en zij antwoordden.... --Wie antwoordde? --De priesters en het volk! Zij antwoordden: Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen. --Heilige vader Abraham! riep Ben-Hur. Moet een Romein welwillender zijn voor een Israeliet, dan zijn stamgenooten! En als--o, als hij werkelijk de Zoon Gods is, wie zal dan ooit die bloedschuld afwasschen? Het mag niet gebeuren,--ten strijde, broeders, ten strijde! Hij klapte in de handen. --De paarden voor, vlug! beval hij den binnentredenden Arabier. Laat Amrah mij schoone kleederen geven en breng gij mijn zwaard!... De tijd is gekomen om voor Israel te sterven, vrienden! Wacht mij buiten, ik kom aanstonds. Hij at een stuk brood, dronk een beker wijn, en reed weldra weg. --Waarheen? vraagde de hoofdman. --De legioenen bijeenroepen. --Helaas! riep de man, zijne handen omhoogheffend. --Waarom helaas? --Ach, heer, zeide de man beschaamd, mijn vriend en ik zijn u alleen getrouw gebleven. Al de anderen loopen de priesters na. --Wat willen zij dan? vraagde Ben-Hur en hield zijn paard in. --Hem dooden. --Toch niet den Nazarener? --Gij hebt het gezegd. Ben-Hur zag nu den een, dan den ander aan. In den geest hoorde hij weder de woorden van den vorige avond: den drinkbeker, dien mij de Vader gegeven heeft, zal ik dien niet drinken? Hij hoorde weer zijn eigen vraag: wilt gij dat ik u te hulp kom?--Neen, zeide hij tot zichzelf: Zijn dood kan niet afgewend worden. Hij heeft er van den beginne alles van geweten. Die dood wordt hem opgelegd door een wil, hooger dan de zijne: van wien anders dan van God? Als hij er in toestemt, als hij vrijwillig gaat, wat zal dan een gewoon mensch doen? Ben-Hur zag de plannen in duigen vallen, die hij gebouwd had op de getrouwheid der Galileers. Hun afval maakte inderdaad aan alles een einde. Maar hoe zonderling dat het juist hedenmorgen moest gebeuren! Een bange vrees bekroop hem. Kon het zijn dat zijn plannenmaken, zijn werk, de wijze, waarop hij zijn geld besteed had, slechts verzet geweest was tegen Gods raadsbesluiten? --Laat ons naar Golgotha gaan, zeide hij op doffen toon. Zij reden te midden van een opgewonden menigte, die in dezel
PREV.   NEXT  
|<   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332  
333   >>  



Top keywords:
handen
 

strijde

 
vraagde
 

gebeuren

 

antwoordden

 

priesters

 
Romein
 

hoorde

 
opgelegd
 
gezegd

anders

 

hooger

 

geweten

 

zichzelf

 

drinken

 
afgewend
 

drinkbeker

 

vorige

 

worden

 

gegeven


beginne

 

woorden

 
Galileers
 

besteed

 
slechts
 

verzet

 
geweest
 

waarop

 

bekroop

 
plannenmaken

midden
 

opgewonden

 

menigte

 

doffen

 

raadsbesluiten

 

Golgotha

 

duigen

 

plannen

 

vallen

 

gebouwd


getrouwheid

 

mensch

 

vrijwillig

 
gewoon
 
Nazarener
 

zonderling

 

hedenmorgen

 

maakte

 

inderdaad

 
toestemt