FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   >>  
ende: Het is wel met hem. Hij is nu gelukkiger dan van morgen. Ben-Hur wilde Iras in eigen persoon den dood haars vaders mededeelen. Hij stelde zich hare droefheid voor; zij was nu alleen in de wereld. Dit was het oogenblik om haar vergiffenis te schenken en te beklagen. Hij herinnerde zich, dat hij verzuimd had te vragen waarom zij zich dien morgen niet bij het gezelschap had gevoegd. Hij had zelfs niet aan haar gedacht. Daarover beschaamd was hij bereid alles goed te maken, te meer nu hij een treurmare had te brengen. Hij schudde den voorhang van hare deur; de schelletjes rinkelden, maar hij ontving geen antwoord. Hij riep haar bij den naam, riep nogmaals, maar alles bleef stil. Hij schoof het gordijn ter zijde, en ging naar binnen. Zij was er niet. Hij klom haastig naar het platte dak om haar te zoeken, ook daar was zij niet. Hij ondervraagde de bedienden, doch geen van hen had haar dien dag gezien. Nadat hij het geheele huis doorzocht had keerde Ben-Hur terug naar de zaal, nam de plaats naast den doode in, waar zij had behooren te zitten, en overdacht de groote barmhartigheid van Christus voor zijn trouwen dienstknecht. Bij de poort van het Paradijs blijven alle droefheden dezes levens, ook verlatenheid en veronachtzaming terug. Zij bestaan niet meer voor hen, die de rust zijn ingegaan. Toen de begrafenis was afgeloopen, op den negenden dag na de reiniging zijner moeder en zuster, en de wet vervuld was, bracht Ben-Hur beiden thuis, en van dien dag bogen allen in dat huis zich in aanbidding neder voor God den Vader en zijn Zoon Jezus Christus. * * * * * ELFDE HOOFDSTUK. DE KATAKOMBEN. Vijf jaren na de kruisiging zat Esther, de echtgenoote van Ben-Hur, in het woonvertrek van de schoone villa bij Misenum, die hij teruggekocht had. Het was middag. De warme Italiaansche zon koesterde de rozen en wingerden in den tuin. De kamer was naar Romeinsche wijze ingericht, doch Esther zelve droeg de kleederen eener Joodsche vrouw. Op een leeuwenhuid, in een hoek uitgespreid, zaten twee kindertjes te spelen met Tirza. De tijd had Esther vriendelijk behandeld. Zij was schooner dan ooit en straalde van geluk. Daar trad een bediende binnen en zeide: In het atrium staat eene vrouw, die u verlangt te spreken. --Laat zij binnenkomen. Ik zal haar hier ontvangen. De vreemde kwam binnen. Esther stond op en wilde haar toespreken, doch aarzelde, verschoot van kleur en week achteru
PREV.   NEXT  
|<   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   >>  



Top keywords:
Esther
 

binnen

 
Christus
 

morgen

 

moeder

 

teruggekocht

 
Misenum
 

zuster

 
middag
 
koesterde

negenden

 

Italiaansche

 

reiniging

 

vervuld

 

zijner

 
bracht
 

aanbidding

 

HOOFDSTUK

 

wingerden

 

KATAKOMBEN


woonvertrek

 

beiden

 
echtgenoote
 

kruisiging

 
schoone
 

verlangt

 
spreken
 

binnenkomen

 

bediende

 
atrium

verschoot
 

aarzelde

 

achteru

 

toespreken

 

ontvangen

 

vreemde

 

kleederen

 

Joodsche

 

leeuwenhuid

 

Romeinsche


ingericht

 

uitgespreid

 

schooner

 
behandeld
 
straalde
 

vriendelijk

 

kindertjes

 

spelen

 

zitten

 
beschaamd