FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   >>  
op weg zijt naar Golgotha, blijft dan hier, totdat de stoet voorbij is, dan vergezel ik u. Hier achter het huis is plaats genoeg. De koopman hief het hoofd op en zeide: Vraag het Balthasar. Wat hij wil is mij goed. Hij zit in den draagstoel. Ben-Hur schoof het gordijn open. De Egyptenaar lag achterover; zijn vermagerd gelaat was zeer vervallen, hij geleek een doode. Ben-Hur herhaalde zijn voorstel. --Kunnen wij hem zien? vraagde Balthasar. --Den Nazarener? Ja, hij moet hier langs komen. --O God, riep de oude man bewogen, nog eenmaal moet ik hem zien! Welk een vreeselijke dag is dit voor de wereld. Een oogenblik later stond het geheele gezelschap in de schaduw van het huis. Zij spraken weinig, waarschijnlijk waren zij bevreesd elkander hunne gedachten mede te deelen. Eindelijk kwam de stoet in 't gezicht. --Zie, zeide Ben-Hur op bitteren toon, die nu komen zijn Jeruzalemmers. De voorhoede bestond uit een hoop kwajongens, die luid schreeuwden: De koning der Joden! Plaats voor den koning der Joden! Simonides sloeg den joelenden troep een oogenblik gade en zeide ernstig: Als dezen tot hunne erfenis ingaan, dan, wee de schoone stad van Salomo! Een afdeeling soldaten in volle wapenrusting volgde, in koele onverschilligheid rechts noch links ziende. Toen kwam de Nazarener. Hij scheen den dood nabij te zijn. Telkens dreigde hij neer te zinken. Zijne bloote voeten lieten bloederige sporen achter op de straatsteenen. Een houten plankje met opschrift was hem om den hals gebonden. Een kroon, van doornen gevlochten, was hem diep op het hoofd gedrukt, en uit de daardoor veroorzaakte wonden druppelde bloed. Zijn handen waren saamgebonden. Even buiten de stad was hij uitgeput neergevallen, bezweken onder den last van het zware kruishout, dat een ter dood veroordeelde verplicht was zelf te dragen naar de plaats der terechtstelling. Thans droeg een man uit het volk het voor hem. Vier soldaten gingen naast den gevangene, om hem te beveiligen tegen de menigte, die niettegenstaande dat toch bij tijd en wijle wist door te breken, om hem met stokken te slaan en te bespuwen. Geen geluid ontsnapte aan zijnen mond, geen berisping of klacht liet hij hooren; ook zag hij niet op, totdat hij bij het huis kwam, waar Ben-Hur en zijne vrienden stonden te wachten. Esther drukte zich tegen haren vader aan, en hij, de man zoo gewoon zich te beheerschen, beefde sterk van ontroering. Balthasar viel sprakeloos achterover. Zel
PREV.   NEXT  
|<   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   >>  



Top keywords:
Balthasar
 

oogenblik

 
Nazarener
 

koning

 

achterover

 

achter

 
soldaten
 

totdat

 
plaats
 
houten

veroordeelde

 

bezweken

 

buiten

 

uitgeput

 

zinken

 
neergevallen
 

gebonden

 

plankje

 

kruishout

 

dreigde


Telkens

 

gevlochten

 
veroorzaakte
 

wonden

 
lieten
 

bloederige

 
daardoor
 

gedrukt

 

sporen

 
druppelde

voeten
 

saamgebonden

 

bloote

 

straatsteenen

 

handen

 

opschrift

 

doornen

 

vrienden

 

stonden

 

berisping


klacht

 

hooren

 

wachten

 
Esther
 
ontroering
 

sprakeloos

 

beefde

 

beheerschen

 

drukte

 
gewoon