FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   >>  
orst! Nu bedacht Ben-Hur zich niet langer. Haastig de spons en den daarbij behoorenden rietstok grijpende, doopte hij de spons in den wijn en snelde naar het kruis. --Houd op! riepen de omstanders. Houd op! Zonder op hen te letten liep hij door en bracht de spons aan de lippen van zijnen Heer. Nu kon hij duidelijk het gelaat van den stervende zien. Door bloed bevlekt blonk het niettemin met een bovenaardschen glans. De oogen waren wijd geopend en gevestigd op iets voor hem alleen zichtbaar in de verre hemelen. Voldoening, ja triomf, spraken uit het woord, dat het slachtoffer nu deed hooren: Het is volbracht! Zoo sterft een held, na het volbrengen van een groote daad, met een juichtoon op de lippen. Reeds begonnen de oogen te breken; langzaam zonk het gekroonde hoofd op de hijgende borst. Ben-Hur dacht, dat de strijd volstreden was, maar de scheidende ziel spande zich nog eenmaal in, en de omstanders hoorden deze woorden: Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest. Eene rilling voer den stervende door de leden, een luide smartkreet ontsnapte de beknelde borst ... toen was het werk, het aardsche leven, afgeloopen. Ben-Hur keerde tot zijne vrienden terug en zeide eenvoudig: Het is gedaan, hij is dood. In een ongelooflijk korten tijd wisten alle aanwezigen het. Het volk had zijn zin, de Nazarener was dood; toch zagen zij elkander ontzet aan. Zijn bloed was over hen gekomen! En terwijl zij elkander aanstaarden begon de grond te beven. Een ieder greep zijn buurman aan om staande te blijven. In een oogwenk was de duisternis verdwenen en kwam de zon weder te voorschijn. Voor de oogen der beangsten was het, alsof het middelste kruis op den heuveltop zich al hooger en hooger in de blauwe lucht verhief en met zijn last tot aan den hemel reikte. En ieder die den Nazarener bespot had, ieder, die hem geslagen had, die ingestemd had met den kreet: kruis hem! kruis hem!--ieder, die in den stoet had meegeloopen, ieder, die hem in zijn hart dood gewenscht had, kreeg een gevoel, alsof hijzelf meer dan iemand anders schuld had aan het gebeurde, en hij zich, als zijn leven hem lief was, zoo spoedig mogelijk uit de voeten moest maken. Zij haastten zich om weg te komen. Zij sloegen op de vlucht, te paard, te voet, in wagens. Maar de aardbeving vervolgde hen, alsof zij vertoornd was over hetgeen zij gedaan hadden, en opkwam voor de zaak van den onschuldig ter dood gebrachte. Zij wierp hen terneer, en deed het bloed in hunne
PREV.   NEXT  
|<   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   >>  



Top keywords:
stervende
 

hooger

 
gedaan
 

Nazarener

 

omstanders

 

elkander

 
lippen
 

voorschijn

 
wisten
 
korten

middelste

 

heuveltop

 

beangsten

 

aanwezigen

 

ongelooflijk

 
blijven
 

aanstaarden

 

ontzet

 

gekomen

 

terwijl


oogwenk

 

duisternis

 
staande
 

buurman

 
verdwenen
 

vlucht

 
wagens
 

sloegen

 

voeten

 
haastten

aardbeving
 

vervolgde

 

gebrachte

 

terneer

 

onschuldig

 

vertoornd

 

hetgeen

 

hadden

 

opkwam

 

mogelijk


spoedig

 

ingestemd

 

geslagen

 
meegeloopen
 
bespot
 

reikte

 

verhief

 

gewenscht

 

gebeurde

 
schuld