FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331  
332   333   >>  
--Meester, sprak hij zacht en snel, hoort gij mij, Meester? Een woord slechts. Zeg mij.... De man, wien hij het touw ontnomen had, wilde het terug hebben. --Meester, zeg mij, ging Ben-Hur voort, gaat gij vrijwillig mede? De menigte sloot zich meer aaneen en vraagde hem dreigend: Mensch, wie zijt gij? --Ach, Meester, zeide Ben-Hur haastig, zijn stem scherp door angst, ik ben uw vriend. Zeg mij, ik smeek het u, wilt gij, dat ik u te hulp kom? De Nazarener zag niet op, en gaf niet het minste teeken van herkenning. Maar nu drongen de wachters op hem in. Van alle kanten werd geroepen: Hij is een van hen. Grijpt hem! Slaat hem dood! Met een wanhopige krachtsinspanning rukte Ben-Hur zich los, keerde zich, links en rechts slaande, om, en brak door den kring heen, die hem dreigde in te sluiten. Zijn kleed moest hij in handen laten van een wachter, die hem reeds gegrepen had, zoodat hij naakt van hen moest vlieden. Gelukkig kon hij zich in de donkere kloof voor iedere oog verbergen. Toen alles stil geworden was, keerde hij naar den olijvenhof terug, om zijn overkleed te halen, begaf zich van daar naar de herberg, besteeg zijn paard en reed spoorslags naar de tenten zijner moeder bij de graven der Koningen. Onder het voortrijden nam hij het besluit den volgenden dag den Nazarener te bezoeken, weinig vermoedende, dat deze nog dienzelfden avond naar het huis van Annas gebracht was, om terstond verhoord te worden. Met een bezwaard hart ging de jonkman ter ruste. Moedeloos wierp hij zich op zijn leger om en om, aan slapen viel voor hem niet te denken, want het leed geen twijfel: het Joodsche koninkrijk, waar hij van gedroomd had, loste zich op in wat het was--een droom. * * * * * NEGENDE HOOFDSTUK. NAAR DEN KRUISHEUVEL. Den volgenden morgen tegen de tweede ure reden twee mannen in galop naar Ben-Hurs tent, stapten af, en vraagden hem te zien. Hij was nog niet opgestaan, doch beval dat men hen binnen zou laten. --Vrede zij u, broeders, zeide hij, want het waren twee vertrouwde hoofdlieden van het Galileesche legioen. Neemt plaats! --Neen, antwoordde de oudste kortaf. Zitten en rusten wil zooveel zeggen als den Nazarener te laten sterven. Sta op, zoon van Juda, en ga met ons. Het oordeel is uitgesproken, de kruispaal wordt opgericht. Ben-Hur staarde den spreker ontsteld aan. Het kruis! was alles wat hij zeggen kon. --Zij hebben hem van nacht gevangengenomen en gev
PREV.   NEXT  
|<   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331  
332   333   >>  



Top keywords:
Meester
 

Nazarener

 
keerde
 

hebben

 

volgenden

 

zeggen

 
HOOFDSTUK
 

NEGENDE

 
dienzelfden
 
morgen

bezoeken

 

KRUISHEUVEL

 

vermoedende

 

weinig

 

jonkman

 
denken
 

bezwaard

 

Moedeloos

 

slapen

 

worden


verhoord

 

Joodsche

 
koninkrijk
 

twijfel

 
gebracht
 

terstond

 
gedroomd
 

vraagden

 

sterven

 
zooveel

oudste
 

antwoordde

 

kortaf

 

Zitten

 

rusten

 

spreker

 

staarde

 

ontsteld

 

opgericht

 

gevangengenomen


oordeel

 

uitgesproken

 

kruispaal

 
plaats
 
opgestaan
 

besluit

 

stapten

 

mannen

 

hoofdlieden

 
vertrouwde