FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329  
330   331   332   333   >>  
te goed bekend ... de Nazarener! Zijne discipelen stonden achter hem geschaard; zij zagen er ontsteld uit, de meester zelf stond daar als een toonbeeld van verheven rust. Tegenover deze vreedzame gestalte hield de bende stil, onthutst, gereed om op een machtwoord uit zijnen mond uiteen te stuiven en weg te loopen. Ben-Hur wierp een vluchtigen blik op hem, op de menigte, op Judas Iskariot, en nu begreep hij het doel van den tocht. Hier stond de verrader, daar de verradene. De lieden met knuppels en stokken gewapend en de soldaten waren gekomen om hem gevangen te nemen. Niemand kan met zekerheid zeggen wat hij doen zal, voordat het oogenblik van handelen daar is. Ben-Hur stond voor iets, waarop hij zich jarenlang had voorbereid. De man, voor wiens veiligheid hij moest waken, op wiens leven hij al zijne hoop gebouwd had, verkeerde in lijfsgevaar,--en toch deed hij niets. De menschelijke natuur is vol van zulke tegenstrijdigheden. De groote kalmte echter, waarmede de geheimnisvolle Nazarener de menigte te gemoet trad, hield hem tegen, want hij verwachtte dat de meester gebruik zou maken van zijne wondermacht, om zich uit dit dreigend gevaar te redden. Vrede, liefde en vergevensgezindheid waren de grondtonen geweest van zijn leer; zou hij zijne prediking in praktijk brengen? Hij was Heer over leven en dood. Welk gebruik zou hij nu van die macht maken? Zichzelven verdedigen? En hoe dan? Een woord, een wenk, eene gedachte was voldoende. Dat een wonder, iets bovennatuurlijks gebeuren zou, geloofde Ben-Hur vast, en in dat geloof wachtte hij. Maar hij mat den Nazarener naar zichzelven af, naar den menschelijken maatstaf. Daar weerklonk des Meesters heldere stem. --Wien zoekt gij? --Jezus den Nazarener, antwoordde de priester. --Ik ben het. Op het hooren van deze zeer eenvoudige woorden weken de aanvallers eenige schreden achteruit, de vreesachtigen vielen ter aarde. Zij zouden hem waarschijnlijk alleen gelaten hebben en weggegaan zijn, indien niet Judas naar voren gekomen was en gezegd had: Wees gegroet, Meester. Dit zeggende kuste Judas hem. --Judas, zeide de Nazarener zacht, verraadt gij den Zoon des Menschen met een kus? Waarom zijt gij hier gekomen? Daar hij geen antwoord kreeg, wendde de Meester zich weder tot de schare. --Wien zoekt gij? --Jezus van Nazareth. --Ik heb u gezegd, dat ik het ben. Indien gij dan mij zoekt laat dezen henengaan. De rabbi's traden op hem toe, en hun voornemen rad
PREV.   NEXT  
|<   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329  
330   331   332   333   >>  



Top keywords:
Nazarener
 

gekomen

 
Meester
 

menigte

 

gezegd

 

meester

 
gebruik
 

voldoende

 
priester
 
bovennatuurlijks

antwoordde

 

hooren

 

woorden

 

eenvoudige

 

gedachte

 
gebeuren
 

Zichzelven

 

zichzelven

 

menschelijken

 

maatstaf


wachtte

 

weerklonk

 
geloofde
 

verdedigen

 
geloof
 

Meesters

 
heldere
 

vielen

 

schare

 
Nazareth

wendde
 

Waarom

 

antwoord

 

traden

 

voornemen

 

Indien

 

henengaan

 

Menschen

 

zouden

 

waarschijnlijk


alleen

 

gelaten

 

schreden

 
eenige
 
achteruit
 

vreesachtigen

 

hebben

 

weggegaan

 

verraadt

 
zeggende