FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326  
327   328   329   330   331   332   333   >>  
henken. Ik wil mijn fortuin niet met hem deelen, maar evenmin wil ik de stad mijner vaderen ontvluchten. Liever roep ik de Galileers te hulp en laat ik het zwaard voor mij beslissen. Door dappere daden zal ik de stammen voor mij winnen. Hij, die Mozes verwekte, zal ook ons een aanvoerder toezenden, als ik niet slaag. Blijkt het, dat de Nazarener niet de aangewezen persoon is, dan een ander uit de velen, die hun leven willen laten voor de vrijheid. Het zomerhuisje was van binnen slechts flauw verlicht, toen Ben-Hur binnentrad. Hij zag den armstoel van Simonides in den hoek geschoven, vanwaar men het beste uitzicht had over de markt. --De goede man is teruggekeerd, dacht hij. Als hij niet slaapt, zal ik hem even toespreken. Hij naderde den stoel met zachten tred. Over de hooge rugleuning glurende zag hij, dat Esther in den stoel zat te slapen, half verborgen onder de deken. Hare ademhaling was zacht en regelmatig. Op eens slaakte zij een diepen zucht. Was het de zucht, of de eenzaamheid, waarin hij haar aantrof,--genoeg, hij kreeg den indruk dat deze slaap meer een gevolg was van uitputting na droefheid, dan van vermoeidheid. Met de handen op de rugleuning rustend, dacht hij een oogenblik na. --Ik zal haar niet wekken. Ik heb haar niets te zeggen, niets, of het moest zijn, dat ik haar liefheb. Zij is eene dochter uit den stam van Juda, schoon en lieftallig, geheel verschillend van de Egyptische. Bij die is alles ijdelheid, bij haar alles waarheid, daar eerzucht, hier plicht, daar zelfzucht, hier zelfverloochening.... Neen, de vraag is niet of ik haar liefheb, maar of zij mij liefheeft! Zij was mij van den beginne genegen. Ik ben dien avond op het terras te Antiochie nog niet vergeten, toen zij mij zoo kinderlijk smeekte Rome niet tot mijn vijandin te maken. Ik heb haar lief. Niemand weet, dat ik moeder en Tirza teruggevonden heb. Hoe zal zij zich met mij verheugen, haar van harte verwelkomen. Voor moeder zal zij eene tweede dochter wezen, in Tirza vindt zij eene zuster. Ik zou haar kunnen wekken en dit alles vertellen, maar eerst moet de Egyptische toovenares weg, en alles vergeten zijn. Ik zal heengaan en een ander, een beter oogenblik afwachten. Ik zal wachten. Slaap zacht, schoone Esther! trouw kind, dochter van Juda! Hij ging heen, even stil als hij gekomen was. * * * * * ACHTSTE HOOFDSTUK. HET VERRAAD. De straten waren vol gaanden en komenden. Hier en daar ston
PREV.   NEXT  
|<   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326  
327   328   329   330   331   332   333   >>  



Top keywords:
dochter
 

moeder

 
vergeten
 

Egyptische

 

wekken

 

oogenblik

 
liefheb
 

Esther

 
rugleuning
 
ijdelheid

verschillend

 

waarheid

 

zelfzucht

 

zelfverloochening

 

wachten

 
plicht
 

eerzucht

 

schoone

 

geheel

 

schoon


gaanden

 

zeggen

 
komenden
 

rustend

 
straten
 

gekomen

 
ACHTSTE
 

HOOFDSTUK

 

VERRAAD

 
lieftallig

beginne
 

kunnen

 

handen

 

teruggevonden

 

vertellen

 

Niemand

 

zuster

 

tweede

 

verheugen

 

verwelkomen


terras

 

heengaan

 

liefheeft

 
genegen
 
toovenares
 

Antiochie

 

vijandin

 

smeekte

 

kinderlijk

 
afwachten