FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307  
308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   >>   >|  
il, hij raakte de baar aan en zeide tot den doode: Jongeling, ik zeg u sta op!--En terstond zat de doode overeind en sprak. --God alleen heeft zoo groote macht! riep Balthasar. --Alles wat ik u vertel, heb ik zelf gezien, zeide Ben-Hur, en ik kan u nog meer verhalen. In Bethanie was een van zijne vrienden gestorven, Lazarus geheeten. Reeds had hij vier dagen in het graf gelegen toen de Nazarener er bij kwam. Hij liet den steen wegnemen, en wij allen zagen het lijk liggen, dat reeds overging tot ontbinding. Met luide stem hoorde ik hem roepen: Lazarus, kom uit!--Ik kan u niet zeggen wat ik gevoelde, toen de doode, aan die stem gehoorzamend, zich oprichtte en tot ons kwam, in grafdoeken gewikkeld. Ontbindt hem, zeide de Nazarener, en laat hem gaan. En toen de hoofddoek van hem was weggenomen, had zijn gelaat weer de gewone kleur, en was hij volkomen dezelfde als voor zijne ziekte. Hij leeft nog en ontvangt vele bezoeken. Als gij wilt kunt gij er morgen naar toe gaan, en uzelven overtuigen. Maar nu vraag ik u: Wat moet ik denken van dezen man? Is hij niet meer dan een gewoon mensch? De toon waarop hij dit vraagde was zeer ernstig, en nog lang na middernacht zat het gezelschap bijeen, om de zaak van alle kanten te bezien, want Simonides kon zijne opvatting van de voorspellingen der profeten niet laten varen, terwijl Ben-Hur beweerde dat Balthasar en Simonides beiden gelijk hadden: de Nazarener was ongetwijfeld de Verlosser, zooals de eerste meende, maar ook de toekomstige koning, waarvoor de laatste hem hield. --Wij zullen het morgen gewaar worden. Vrede zij met u allen. Met deze woorden nam Ben-Hur afscheid. * * * * * DERDE HOOFDSTUK. EEN BLIJDE TIJDING. Zoodra den volgenden morgen de Schaapspoort geopend werd, ging Amrah met haar mand aan den arm de stad uit. De wachters deden haar geen vragen, daar zij even regelmatig verscheen als de opgaande zon. Men wist dat zij de trouwe dienstmaagd was van den een of ander, en daarmede stelde men zich tevreden. Zij sloeg den weg in naar de vallei ten oosten der stad gelegen. De donkergroene helling van den Olijfberg was bezaaid met witte tenten, de tijdelijke woningen van de feestgangers. 't Was echter nog te vroeg voor de vreemdelingen om buiten te zijn: alles sliep nog gerust. Eerst kwam zij aan Gethsemane, toen langs de graven bij den kruisweg naar Bethanie, vervolgens aan het dorp Siloam. Zij scheen ongewone haast te hebben
PREV.   NEXT  
|<   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307  
308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   >>   >|  



Top keywords:

morgen

 
Nazarener
 
gelegen
 

Lazarus

 
Simonides
 
Balthasar
 

Bethanie

 

volgenden

 

Zoodra

 

TIJDING


Schaapspoort

 

HOOFDSTUK

 
BLIJDE
 

geopend

 
ongetwijfeld
 

hadden

 

Verlosser

 
zooals
 

meende

 

eerste


gelijk

 

beiden

 

profeten

 

terwijl

 

beweerde

 
worden
 

woorden

 

gewaar

 
zullen
 

koning


toekomstige

 

waarvoor

 

laatste

 

afscheid

 
echter
 

vreemdelingen

 

buiten

 

feestgangers

 

bezaaid

 
tenten

tijdelijke
 
woningen
 

gerust

 

scheen

 

Siloam

 

ongewone

 

hebben

 

vervolgens

 
Gethsemane
 

graven