FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322  
323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   >>  
j te hooren bekennen, dat ik geen genade van u verwacht. Ik zou u kunnen dooden; doch gij zijt eene vrouw. De woestijn is bereid om mij te ontvangen, en ofschoon de Romeinen uitstekende menschenjagers zijn, zouden zij mij daar toch lang en ver moeten zoeken, voordat ze mij vingen; want de wildernis herbergt duizenden trouwe, gewapende mannen. Maar al hebt gij mij in uwe netten weten te krijgen--dwaas die ik was! een antwoord zijt gij mij schuldig: Wie heeft u dat alles aangaande mij verteld? Vluchteling of banneling, het zal mij een troost zijn mijnen verrader den vloek na te laten van een man, wiens leven niets dan ellende heeft gekend. Wie heeft u dat alles aangaande mij medegedeeld? Was het een kunstgreep, was het oprecht gemeend,--de uitdrukking van Iras' gelaat werd zachter. --In mijn vaderland vindt men kunstenaars, die schilderijen maken van veelkleurige schelpjes, welke zij aan het strand der zee vonden, en in stukken sloegen, om ze daarna tot een geheel samen te voegen. Ziet gij niet wat zij, die een geheim willen uitvorschen, daaruit kunnen leeren? Het zij u genoeg te weten, dat ik van den een dit, van den ander dat vernam, en weldra een geheel kon samenstellen, dat mij meesteres maakte van het fortuin en het leven van een man met wien ... ik niet recht weet wat ik doen zal. --Neen, dat is mij niet genoeg, zeide Ben-Hur onbewogen. Morgen zult gij wel weten wat gij met mij doen zult ... mij misschien vermoorden. --Dat is zoo, antwoordde zij snel en met nadruk. Nu dan. Enkele dingen vernam ik door Sheik Ilderim, toen hij op zekeren avond met mijn vader een onderhoud had in de woestijn. 't Was stil, heel stil, en de wanden eener tent zijn, om de waarheid te zeggen, geen voldoende beschutting tegen ooren, die daar buiten luisteren naar den vleugelslag van nachtvlinders. Andere bijzonderheden kreeg ik van.... --Welnu? van wien? --Van den zoon van Hur zelf. --Heeft niemand anders er toe bijgedragen? --Neen, niemand. Ben-Hur slaakte een zucht van verlichting en zeide: Dank voor uwe mededeeling. Het zou niet beleefd zijn den machtigen Sejanus op u te laten wachten. Vaarwel! Tot nog toe had hij met ongedekten hoofde voor haar gestaan; nu nam hij den doek, die over zijn arm hing, schikte zich dien om het hoofd en wilde zich verwijderen. Maar zij hield hem tegen, en stak in haren ijver de hand naar hem uit. --Blijf! zeide zij. Hij zag haar aan zonder echter de aangeboden hand te nemen, en begr
PREV.   NEXT  
|<   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322  
323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   >>  



Top keywords:
geheel
 

niemand

 
aangaande
 

woestijn

 

kunnen

 

vernam

 
genoeg
 

waarheid

 
Enkele
 
zeggen

voldoende

 

buiten

 

luisteren

 

Ilderim

 

dingen

 
beschutting
 

wanden

 

vermoorden

 

misschien

 

zekeren


onderhoud

 

nadruk

 
antwoordde
 

schikte

 
ongedekten
 

hoofde

 
gestaan
 

aangeboden

 

zonder

 
verwijderen

Vaarwel
 

anders

 

nachtvlinders

 

Andere

 

bijzonderheden

 

echter

 

bijgedragen

 

beleefd

 

machtigen

 

Sejanus


wachten

 

mededeeling

 

slaakte

 
Morgen
 
verlichting
 

vleugelslag

 

mannen

 

netten

 

krijgen

 
gewapende