FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309  
310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   >>  
ooren, maar Amrah stoorde er zich niet aan, en eer zij er op bedacht was lag Amrah aan de voeten van hare meesteres en kuste onder hartstochtelijke snikken den zoom van haar kleed. Tevergeefs beproefde de melaatsche zich van haar los te maken, en toen zij zag, dat het onmogelijk was, riep zij op smartelijken toon: Hoe kunt ge zoo doen? Is dit de manier, waarop gij ons uwe liefde bewijst? Nu zijt gij ook verloren, en moogt nooit meer naar huis teruggaan. Wie zal ons nu voortaan eten brengen? O Amrah! Nu zijn wij allen te zamen verloren! --Wees toch niet boos op mij, snikte de trouwe ziel, het hoofd nog dieper buigende. --Ach, Amrah, vervolgde de weduwe, was de vloek die op ons rust, niet reeds zwaar genoeg om te dragen, dat gij ons het eenige, dat wij nog hadden, moet ontnemen? vraagde zij. Op dit oogenblik verscheen Tirza, door het luide spreken gewekt, in de opening der spelonk. --Wat is er moeder? Is dat Amrah? vraagde zij. De arme was nagenoeg blind. Nu stond Amrah op en zeide met onvaste stem: O lieve meesteres! Ik heb niets misdaan. Ik breng u goede tijding! --Van Juda? --Ja. Hij kent een man, die de macht heeft u te genezen. Hij spreekt slechts een woord, en de zieken worden gezond, zelfs de dooden worden levend. Ik kom u halen om u bij hem te brengen. --Arme Amrah! zeide Tirza meewarig. --Neen, neen, riep Amrah, die zeer goed begreep wat die uitroep bedoelde, zoo waar de God van Israel leeft, ik spreek de waarheid. Kom maar mee; wij hebben geen tijd te verliezen. Hij komt hier langs op zijn weg naar de stad. Eet gauw wat en laat ons gaan. De moeder luisterde aandachtig. Misschien had zij reeds iets aangaande hem gehoord, want zijne wonderdaden waren door het geheele land bekend geworden. Wie is hij? vraagde zij. En hoe weet gij het? --Juda vertelde het gisterenavond. --Is Juda dan thuis? --Ja. --Heeft hij gezegd, dat gij het ons moest komen vertellen? --Neen; hij denkt dat gij dood zijt. --In vroeger jaren heeft een profeet eens een melaatsche genezen, zeide de moeder tot Tirza, maar die was door God gezonden. Zeg mij, Amrah, hoe weet Juda dat deze man die macht bezit? --Hij volgde hem op zijne reizen en hoorde de melaatschen tot hem roepen, en zag ze hersteld weggaan. Den eersten keer was het een melaatsche, later tien te gelijk, en zij werden allen hersteld. De moeder aarzelde niet langer. Zij vroeg niet naar het hoe en wat, zij geloofde de feiten en zeide tot Tirza: K
PREV.   NEXT  
|<   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309  
310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   >>  



Top keywords:

moeder

 
vraagde
 
melaatsche
 

verloren

 
brengen
 
hersteld
 

genezen

 

meesteres

 

worden

 

meewarig


Israel

 

luisterde

 
waarheid
 

hebben

 
begreep
 

uitroep

 

bedoelde

 
spreek
 

verliezen

 

aandachtig


gisterenavond

 

melaatschen

 

hoorde

 

roepen

 

weggaan

 
reizen
 

volgde

 

gezonden

 
eersten
 

geloofde


feiten

 

langer

 

aarzelde

 

gelijk

 
werden
 

profeet

 

geheele

 

bekend

 

geworden

 
wonderdaden

aangaande
 
gehoord
 

vertelde

 

vertellen

 

vroeger

 

gezegd

 

Misschien

 

bewijst

 
liefde
 

manier