FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306  
307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   >>   >|  
gwandelen. Wat zegt gij daar wel van? Simonides kon geen woorden vinden. --Sommigen zeiden, dat dit duivelskunsten waren, gelooft gij dat soms ook? Ik zal u nog grooter dingen vertellen, die ik hem ook heb zien doen. Denk aan die vreeselijke ziekte, waarvan alleen de dood verlossen kan: de melaatschheid. Hier werd Amrah onrustig en luisterde met gespannen aandacht. --Ja, vervolgde Ben-Hur met toenemenden ernst, ja, luistert naar wat ik nu ga vertellen. Toen ik met hem in Galilea was kwam een melaatsche tot hem en riep: Heer, indien gij wilt, gij kunt mij reinigen!--Hij hoorde de smeekbede, raakte den verworpeling aan met de hand en zeide: Ik wil, word gereinigd.--En terstond was hij geheel gezond, zoo gezond als wij allen. Een anderen keer kwamen tien melaatschen tot hem en vielen voor hem neer, roepende: Meester, meester, ontferm u over ons!--Ik was er bij en hoorde hem antwoorden: Gaat heen, en vertoont uzelven den priester. --En waren zij beter? --Ja, zij waren nog niet lang op weg, of de ziekte was geheel van hen geweken. --Nog nooit heb ik van zulke dingen gehoord; nog nooit, zeide Simonides zacht. Het gezelschap verviel na deze mededeelingen in diep stilzwijgen. Ongemerkt stond Amrah op en verwijderde zich onhoorbaar. --Gij kunt begrijpen, dat al die dingen een diepen indruk op mij gemaakt hebben, zeide Ben-Hur, doch mijne twijfelingen en verbazing zouden nog grooter worden. Mijne Galileers begonnen langzamerhand ongeduldig te worden, het zwaard brandde hun in de handen, en zij verlangden niets liever dan handelend te mogen optreden. Ik zelf werd ook ongeduldig, want alles was gereed. Daarom wilden wij hem openlijk, desnoods met geweld, tot koning kronen, maar hij verdween uit ons midden. Toen wij hem weer zagen was het in een scheepje op het meer. Wat anderen bekoort: rijkdom, macht, koninklijke eer, dat alles laat hem onbewogen. Wat dunkt u daarvan, Simonides? Simonides antwoordde niet dadelijk. Eindelijk zeide hij: --De Heer leeft, evenzoo het woord zijner profeten. Laat ons geduld oefenen. --Zoo zij het, beaamde Balthasar. --Ik heb nog meer te vertellen, vervolgde Ben-Hur, nog grootere dingen. Wij waren op weg naar Nain. Vlak bij de poort kwamen wij een begrafenisstoet tegen. De Nazarener bleef staan om de treurenden te laten voorbijgaan. Eene vrouw volgde bitter schreiende. Ik zag dat hij door medelijden bewogen werd. Hij trad op haar toe, en sprak haar aan. De dragers stonden st
PREV.   NEXT  
|<   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306  
307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   >>   >|  



Top keywords:

dingen

 
Simonides
 
vertellen
 

anderen

 
kwamen
 
geheel
 

gezond

 

worden

 

ongeduldig

 

hoorde


ziekte

 

grooter

 
vervolgde
 

koning

 
kronen
 

desnoods

 

Daarom

 
gereed
 

wilden

 

openlijk


verdween

 

geweld

 

midden

 

rijkdom

 

koninklijke

 
bekoort
 

scheepje

 

optreden

 
langzamerhand
 

begonnen


woorden

 

Galileers

 

twijfelingen

 

verbazing

 
zouden
 

vinden

 

zwaard

 

brandde

 

handelend

 
liever

handen
 
verlangden
 

daarvan

 

voorbijgaan

 

volgde

 

bitter

 

treurenden

 

Nazarener

 
schreiende
 

dragers