FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296  
297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   >>   >|  
, maar geen van hunne kameelen kan in de schaduw staan van dezen. Mag ik vragen van welk ras hij is? Balthasar bevredigde zijne nieuwsgierigheid en ging toen wat rusten, maar Ben-Hur vraagde: Waar is het zoo druk? --Te Bethabara. --Daar placht het vroeger heel eenzaam te zijn, zeide Ben-Hur, hoe komt het daar nu zoo vol? --O, ik zie het al, zeide de vreemdeling, gij komt ook van buitenaf en hebt het goede nieuws nog niet gehoord. --Welk goed nieuws? --Er is een man uit de woestijn gekomen, een heilig man, die een nieuwe leer predikt. Hij noemt zich Johannes, den zoon van Zacharia, en hij zegt, dat hij de voorlooper is van den Messias. Men verhaalt van hem, dat hij van jongsaf gewoond heeft in een spelonk bij Engedi, en zijn tijd doorbracht met bidden en vasten. Geheele scharen gaan uit om hem te hooren. Ik ben er ook geweest. --En deze mannen? Komen die er ook vandaan? --Verscheidene, maar de meesten moeten nog gaan. --Wat predikt hij? --Een nieuwe leer, zooals nog nooit in Israel verkondigd werd, zegt men. Hij spreekt over bekeering en over den doop. De rabbi's weten niet wat zij van hem denken moeten. Sommigen vraagden hem of hij de Christus is, of Elia, maar hij antwoordt allen, die hem zulke vragen doen: Ik ben de stem des roependen in de woestijn, maakt den weg des Heeren recht! Op dit oogenblik werd hij weggeroepen. Kort daarna maakten Balthasar en Ben-Hur zich weder op, zoodat zij den volgenden dag het doel hunner reis bereikten. Een levendig tafereel trof hun oog. Een menigte tenten was langs de rivier opgeslagen, terwijl de beide oevers zwart van menschen waren. Toen ons gezelschap aankwam ontstond er beweging onder de schare, waaruit zij opmaakten, dat de spreker zijn rede geeindigd had. --'t Beste wat wij kunnen doen is, dat wij hier blijven staan, zeide Ben-Hur, misschien komt de Nazireer dezen weg langs. Het volk was te zeer vervuld van het gehoorde om acht te slaan op de nieuw aangekomenen. Deze bleven waar zij waren en zagen gansche gezelschappen langs zich heen trekken. Reeds vreesden zij, dat zij den Nazireer heden niet meer te zien zouden krijgen, toen zij een man zagen naderen, wiens uiterlijk zoo zonderling was, dat zij voor niets anders meer oogen hadden. Lange zwarte lokken omgaven zijn vermagerd, ernstig gelaat, waarin een paar groote fonkelende oogen terstond de aandacht trokken. Hij was gekleed in een kemelharen kleed, met een leeren gordel om de lendenen. In zij
PREV.   NEXT  
|<   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296  
297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   >>   >|  



Top keywords:

nieuwe

 
predikt
 
vragen
 

nieuws

 
Balthasar
 
woestijn
 

Nazireer

 

moeten

 

schare

 

waaruit


opmaakten

 

spreker

 
hunner
 

leeren

 
beweging
 

zoodat

 

lendenen

 
volgenden
 

geeindigd

 

ontstond


aankwam

 

menschen

 

opgeslagen

 

menigte

 

oevers

 
tenten
 

tafereel

 

gordel

 
gezelschap
 

terwijl


rivier

 

levendig

 

bereikten

 

naderen

 
krijgen
 

uiterlijk

 

zonderling

 

zouden

 

fonkelende

 
aandacht

vreesden
 
terstond
 

omgaven

 

lokken

 

vermagerd

 

ernstig

 

waarin

 

zwarte

 
groote
 

anders